In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024 uitspraak gedaan in een deelgeschil over letselschade. Verzoekster, die ten val kwam op 29 mei 2022 bij het oversteken van de Amsterdamse Veerkade in Den Haag, stelt de gemeente aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van deze val. De verzoekster heeft aangevoerd dat zij is gevallen door een gebrekkige opsluitband, die volgens haar een hoogteverschil van minimaal 3 centimeter vertoonde. De gemeente heeft echter betwist dat er sprake is van een gebrekkige situatie en heeft de aansprakelijkheid afgewezen. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waaronder artikel 6:174 BW en artikel 6:162 BW, en heeft vastgesteld dat verzoekster niet in haar bewijsvoering is geslaagd. De rechtbank concludeert dat de gemeente niet aansprakelijk is voor de schade van verzoekster, omdat de toedracht van de val niet voldoende is onderbouwd en de opsluitband niet als gebrekkig of gevaarzettend kan worden aangemerkt. De verzoeken van verzoekster worden afgewezen, en de kosten van het deelgeschil worden begroot op € 3.233, zonder dat de gemeente tot betaling wordt veroordeeld, aangezien haar aansprakelijkheid niet is komen vast te staan.