ECLI:NL:RBDHA:2024:220
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring en schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 januari 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Syrische nationaliteit claimt. De maatregel van bewaring was op 17 februari 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot 2 januari 2024, maar dat de behandeling van het beroep op 3 januari 2024 de wettelijke termijn overschreed. Dit leidde tot de conclusie dat het voortduren van de maatregel met ingang van 2 januari 2024 onrechtmatig was. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen en eiser een schadevergoeding van € 100,- toegekend voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 875,-, te betalen door de Staat der Nederlanden. De uitspraak is gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot hoger beroep.