ECLI:NL:RBDHA:2024:21467
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen onjuiste nadere beslistermijn in asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante, die een asielaanvraag had ingediend, was van mening dat de rechtbank in een eerdere uitspraak van 26 maart 2024 een onjuiste nadere beslistermijn had opgelegd. De rechtbank had in die uitspraak bepaald dat de verweerder binnen acht weken na de verzending van de uitspraak een besluit op de aanvraag moest nemen. Opposante stelde dat de rechtbank geen rekening had gehouden met het feit dat zij al op 16 oktober 2023 was gehoord in het kader van haar opvolgende asielaanvraag, en dat de beslistermijn daarom korter had moeten zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de eerdere uitspraak correct was en dat de termijnen zoals vastgesteld in de uitspraak van 26 maart 2024 duidelijk waren. De rechtbank concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. A. Skerka, in aanwezigheid van griffier L.M. Kalkman, en werd openbaar gemaakt op 6 december 2024.