ECLI:NL:RBDHA:2024:21403
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk wegens te vroege ingebrekestelling in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep dat door eiser is ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser betwistte dat er een situatie was die de verlenging van de beslistermijn op zijn asielaanvraag rechtvaardigde, zoals vastgelegd in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet (Vw). De rechtbank oordeelde dat de minister voldoende aannemelijk had gemaakt dat de situatie ten tijde van de inwerkingtreding van WBV 2023/3 aanwezig was, waardoor de beslistermijn met negen maanden was verlengd. Eiser had zijn asielaanvraag op 21 april 2023 ingediend, wat betekent dat de ingebrekestelling die hij op 19 juli 2024 had ingediend, te vroeg was. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de verweerder, zoals beschreven in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.