Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[gedaagde 1] te [woonplaats 1] ,
[gedaagde 2]te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst, subsidiair voeging
3.De feiten
mogen geen veranderingen aanbrengen waardoor de hechtheid van het onroerend goed in gevaar zou worden gebracht of waardoor het architectonisch uiterlijk ervan gewijzigd zou worden.
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
in ieder gevalsprake moet zijn van een kantoorruimte en
eventueeldaarbij een bedrijfsruimte. Dat de voornaamste functie een kantoorfunctie is, volgt volgens de VVE ook artikel 3, lid c van het Bijzonder Reglement, waarin is vastgelegd dat
“de kosten van glasverzekering van het kantoor voor rekening is van de eigenaar van dat kantoor”. Die uitleg sluit, aldus nog steeds de VVE, ook aan bij het feitelijk gebruik van het appartementsrecht over de jaren heen. Sinds het ontstaan ervan is het als kantoor voor administratieve dienstverlening gebruikt. Dit staat er aan in de weg dat – zonder toestemming van de VVE voor een wijziging van de bestemming – een kinderdagverblijf in het appartementsrecht van [gedaagden] kan worden geëxploiteerd.
in ieder gevalsprake moet zijn van een kantoorruimte en
eventueeldaarbij een bedrijfsruimte. Zoals de VVE zelf ook stelt is de taalkundige betekening van “annex” volgens het Van Dale Woordenboek “en daarbij, en tevens”. Dat de functie van “kantoor” dan de voornaamste functie is, kan dan niet worden geconcludeerd. Dit wordt ook niet anders door de verwijzing van de VVE naar artikel 2 lid c van het Bijzonder Reglement, waarin staat dat de kosten van glasverzekering van het kantoor voor rekening zijn van de eigenaar van het kantoor. Dat artikel heeft immers geen betrekking op de bestemming van het appartementsrecht.
- er is sprake van een kleinschalige kinderopvang met (uiteindelijk) maximaal 22 kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar;
- de bezettingsgraad is gemiddeld 70%, zodat er in de regel minder kinderen aanwezig zullen zijn dan de maximale bezettingsgraad;
- de kinderen gaan, in de regel, twee keer per dag naar buiten, niet allemaal tegelijk. Daarnaast slapen de kinderen regelmatig en worden er uitstapjes gemaakt – waardoor de kinderen niet in het appartementsrecht van [gedaagden] c.s. zullen verblijven.
.De voorzieningenrechter is van oordeel dat de schutting (in dit geval) niet het architectonisch uiterlijk van het appartementencomplex aantast. De schutting is (deels) geplaatst naast het gebouw waardoor aan de voorzijde het vrije zicht op het gebouw zelf onveranderd is gebleven. De schutting wijzigt ook niet het aanzien van het gebouw. Mogelijk is dit wel zo aan de achterkant van het gebouw, maar dat acht de rechtbank onder de omstandigheden van ondergeschikt belang. De schutting kan ook niet worden aangemerkt als aan-, op- of onderbouw. De schutting is een lichte constructie, die eenvoudig kan worden verwijderd. Dat de schutting op enigerlei wijze invloed heeft op het appartementencomplex en het appartementencomplex beschadigd of de constructie daarvan aantast is niet aan de orde. Van strijd met artikel 9 lid 3 of artikel 12 lid 1 van het Algemeen Reglement is dan ook geen sprake.