ECLI:NL:RBDHA:2024:21045
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling van verzoek om bij vaststelling van aanvullende beurs geen rekening te houden met inkomen van vader
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit tot buitenbehandelingstelling van haar verzoek om bij de vaststelling van de aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van haar vader. Verweerder heeft het verzoek om loskoppeling in het primaire besluit van 12 juli 2023 buiten behandeling gesteld, en in het bestreden besluit van 27 november 2023 is verweerder bij dat besluit gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 18 november 2024 op zitting behandeld, waarbij eiseres, haar moeder, en de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
Eiseres heeft verweerder op 24 januari 2023 verzocht om het inkomen van haar vader buiten beschouwing te laten bij de vaststelling van haar recht op een aanvullende beurs, omdat er sprake is van een ernstig structureel conflict. Verweerder heeft eiseres op 23 mei 2023 om aanvullende informatie verzocht, maar omdat eiseres deze informatie niet tijdig heeft ingediend, heeft verweerder het verzoek buiten behandeling gesteld. Eiseres heeft betoogd dat het verzoek ten onrechte buiten behandeling is gesteld en dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de beginselen van behoorlijk bestuur.
De rechtbank oordeelt dat verweerder in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot buitenbehandelingstelling gebruik heeft kunnen maken. Eiseres heeft niet de gevraagde informatie verstrekt, en de rechtbank concludeert dat verweerder niet gehouden was om alsnog een inhoudelijke beslissing te nemen op basis van stukken die in de beroepsfase zijn overgelegd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, en eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten of het betaalde griffierecht terug.