ECLI:NL:RBDHA:2024:21031
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een WIA-uitkering. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV om aan de werknemer een loongerelateerde WGA-uitkering toe te kennen, omdat zij van mening was dat de werknemer recht had op een IVA-uitkering vanwege duurzame arbeidsongeschiktheid. De werknemer had zich op 26 februari 2021 ziekgemeld en leed aan chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP). De rechtbank heeft de feiten en de medische rapportages van de verzekeringsartsen en de behandelend neuroloog zorgvuldig gewogen. De verzekeringsarts b&b concludeerde dat er nog mogelijkheden voor verbetering van de belastbaarheid van de werknemer waren, wat de rechtbank heeft onderschreven. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b in zijn rapport van 10 mei 2023 niet het stappenplan had doorlopen, maar dat dit in beroep alsnog was gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat het UWV terecht had geconcludeerd dat de volledige arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet duurzaam was. Eiseres kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.