ECLI:NL:RBDHA:2024:21015
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring opgelegd aan eiser door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was opgelegd op 5 september 2024 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De minister heeft op 15 november 2024 de maatregel opgeheven, waarna de rechtbank het vooronderzoek op 29 november 2024 heeft gesloten zonder de zaak op zitting te behandelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 17 september 2024. De gemachtigde van eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen de maatregel van bewaring, en de rechtbank heeft ambtshalve geen onrechtmatigheid kunnen vaststellen. Gezien het feit dat de maatregel van bewaring is opgeheven, beperkte de beoordeling zich tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. G.J.H. Boerhof, rechter, in aanwezigheid van mr. D.M. Abrahams, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.