In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Oukil, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat er niet tijdig een besluit is genomen op haar asielaanvraag. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, heeft op 8 november 2024 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had eerder een uitspraak van de rechtbank Zwolle ontvangen op 12 juni 2024, waarin was bepaald dat de minister binnen vier weken na die uitspraak opnieuw moest beslissen op haar aanvraag. Aangezien de minister deze termijn niet heeft nageleefd, heeft eiseres beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen, waardoor het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de minister moet worden betaald. De rechtbank heeft het bedrag voor de proceskosten vastgesteld op € 437,50, omdat eiseres een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld.
De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de beslissing op 8 november 2024 bekendgemaakt. Eiseres kan, indien zij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken een verzetschrift indienen bij de rechtbank.