Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 9 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 12 juli 2024, waarin zijn asielaanvraag als ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft echter ambtshalve de vraag opgeworpen of eiser nog procesbelang had bij zijn beroep, aangezien hij per 16 augustus 2024 met onbekende bestemming was vertrokken en niet had aangegeven waar hij zich bevond.
De rechtbank heeft de gemachtigde van eiser op 10 september 2024 gevraagd naar de verblijfplaats van eiser en het contact dat hij met hem had gehad. Ondanks herhaalde verzoeken om informatie, heeft de gemachtigde van eiser op 7 november 2024 laten weten dat hij deze informatie niet kon verstrekken vanwege zijn beroepsgeheim. De rechtbank heeft vastgesteld dat, volgens vaste rechtspraak, als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt zonder informatie te verstrekken aan de autoriteiten, ervan wordt uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
Aangezien de gemachtigde van eiser geen informatie heeft verstrekt over het contact met eiser, concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft bij zijn beroep. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending.