ECLI:NL:RBDHA:2024:20537
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing energietoeslag 2022 op basis van inkomen en studiefinanciering
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024, zaaknummer SGR 23/5814, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor eenmalige energietoeslag 2022 op grond van de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiseres, die een opleiding volgt en inkomsten uit werk heeft, had op 1 december 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden heeft deze aanvraag op 7 maart 2023 afgewezen, omdat haar inkomen hoger was dan 120% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande. Dit besluit werd later op 16 mei 2023 vervangen, maar de afwijzing bleef gehandhaafd in het bestreden besluit van 4 augustus 2023.
Tijdens de zitting op 28 november 2024 heeft de rechtbank de argumenten van eiseres gehoord, waaronder de stelling dat de inkomensvrijstelling van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder n, van de Pw ook op haar van toepassing zou moeten zijn. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen algemene bijstand ontvangt en dat de vrijlatingsnorm niet van toepassing is. Eiseres' inkomen, dat bestond uit studiefinanciering en loon uit arbeid, was in de referteperiode hoger dan de toegestane grens. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor de energietoeslag, die bedoeld is voor huishoudens met een laag inkomen.
De rechtbank erkende echter een motiveringsgebrek in het bestreden besluit, maar besloot dat dit gebrek niet tot vernietiging van het besluit leidde, omdat het college alsnog voldoende gemotiveerd had gereageerd op de bezwaren van eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar bepaalde dat het college het griffierecht en de proceskosten aan eiseres moest vergoeden. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden voor het verkrijgen van de energietoeslag en de toepassing van de Participatiewet.