ECLI:NL:RBDHA:2024:20450
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen inzake WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) met betrekking tot haar recht op een loongerelateerde WGA-uitkering. Eiseres had in eerdere besluiten van het UWV recht gekregen op een WGA-uitkering op basis van 48,87% arbeidsongeschiktheid en later op een vervolguitkering op basis van de arbeidsongeschiktheidsklasse 45-55%. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit, waarin haar bezwaren ongegrond werden verklaard. De rechtbank heeft het deskundigenonderzoek van de UWV als zorgvuldig beoordeeld en de conclusies van de deskundige gevolgd. Eiseres voerde aan dat onvoldoende rekening was gehouden met haar klachten en beperkingen, maar de rechtbank oordeelde dat de deskundige en de UWV de juiste procedure hebben gevolgd. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het gewijzigde bestreden besluit ongegrond. Tevens werd de UWV veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 875,- en werd het betaalde griffierecht van € 50,- vergoed. De rechtbank benadrukte dat het niet aan haar is om de wet te veranderen, maar enkel te beoordelen of de wet juist is toegepast door het UWV.