ECLI:NL:RBDHA:2024:20294

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
NL24.41874
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Mohammed Amine Bel Hadj

In de zaak tussen de vreemdeling Mohammed Amine Bel Hadj en de minister van Asiel en Migratie heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2024 uitspraak gedaan. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister op 25 oktober 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 26 november 2024 in Groningen, waar de vreemdeling werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.J. de Boer, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. B.W. Zagers.

Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit verzoek niet meer nodig is. Dit is te wijten aan een eerdere uitspraak in een andere zaak (zaaknummer NL24.41873) die op dezelfde dag is gedaan, waarin het beroep van de vreemdeling is behandeld. Aangezien er nu een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.41874

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

De vreemdeling zich noemendeMohammed Amine Bel Hadj

Bij de minister geregistreerd onder de naam
[naam],V-nummer: [nummer], verzoeker
(gemachtigde: mr. A.J. de Boer),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. B.W. Zagers).

Procesverloop

Bij besluit van 25 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.41873, op 26 november 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.41873, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.A. Buikema, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.