In deze zaak hebben eisers, allen van Syrische nationaliteit, op 3 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij hun referent, Uday Al Jarad, te kunnen verblijven. Na het indienen van de aanvraag hebben eisers op 21 november 2023 de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. Vervolgens hebben zij op 7 december 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. De staatssecretaris is verplicht om binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag te beslissen, maar deze termijn is met drie maanden verlengd. De rechtbank constateert dat deze termijn inmiddels is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke zijn gesteld. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond.
De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank, waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank sluit zich aan bij dit oordeel en bepaalt dat de staatssecretaris binnen acht weken na bekendmaking van deze uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank stelt de verbeurde dwangsom vast op € 1.442,- en veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 437,50.