Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop
Overwegingen
3.2. In de zaak met nummer 22/2358 is het eerste bezwaarschrift van eiseres ontvangen door verweerder op 25 december 2021. Het besluit op bezwaar dateert van 21 februari 2022. Het beroepschrift van eiseres in deze zaak is door de rechtbank ontvangen op 4 april 2022.
Conclusie en gevolgen
(2 punten voor de twee verzoeken met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 0,5) voor verleende rechtsbijstand, waarvan de Staat en verweerder elk
€ 437,50 aan eiseres dienen te vergoeden. Voor toekenning van een afzonderlijk punt voor de behandeling ter zitting van het verzoek om schadevergoeding bestaat in dit geval geen aanleiding.
Beslissing
- veroordeelt de Staat tot betaling van € 500,- aan schadevergoeding aan eiseres in de zaak met nummer 22/2358;
- veroordeelt de Staat tot betaling van € 437,50 aan proceskosten in verband met de verzoeken om schadevergoeding aan eiseres.
mr.E.P.A. Stok, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2024.