Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank heeft op 29 november 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiseres heeft op 6 maart 2023 een aanvraag ingediend, waar de minister binnen 90 dagen op had moeten beslissen. De termijn is echter verstreken zonder dat er een besluit is genomen, waardoor het beroep tijdig is ingediend op 31 oktober 2023.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met de mogelijkheid om deze termijn te verlengen in bijzondere gevallen. In dit geval heeft de rechtbank besloten dat de minister binnen acht weken na de uitspraak moet beslissen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen aan eiseres moet betalen, en veroordeelt de minister tot betaling van de proceskosten van eiseres ter hoogte van € 437,50.
De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.