Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure na het tussenvonnis
- het tussenvonnis in het incident van 22 juni 2022;
- het herstelvonnis van 29 juni 2022 (genoemd tussenvonnis en herstelvonnis worden hierna gezamenlijk ‘het tussenvonnis’ genoemd);
- de akte wijziging van eis tevens incident artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van 17 augustus 2022;
- de conclusie van antwoord tevens akte uitlaten vermeerdering van eis, tevens antwoord in het incident ex artikel 843a Rv van de Staat van 29 september 2022;
- de akte houdende eiswijziging/ -vermeerdering en overlegging producties 72 tot en met 85 van VVT van 1 februari 2023;
- de akte houdende reactie van de Staat op de eiswijziging van VVT van 1 maart 2023;
- het bericht van de rechtbank van 9 maart 2023 waarin is bepaald dat productie 72 van VVT niet in de beoordeling zal worden betrokken;
- het bericht van de rechtbank van 14 juli 2023 aan partijen.
2.Feiten en achtergrond
Artikel 7.23d. Toepassing werkbakken en werkplatforms
Werken op hoogte vanuit een werkbakgepubliceerd en toegezonden aan de asbestverwijderingsbedrijven. In de brochure wordt toegelicht dat bij de verwijdering van asbestgolfplaten ook wel hijskranen met open werkbakken worden ingezet, maar dat dit in de regel is verboden op grond van artikel 7.23d Arbobesluit (oud), omdat het geen arbeidsmiddelen zijn die bestemd zijn voor personenvervoer en in strijd komen met het verbod uit artikel 7:18 lid 4 Arbobesluit. Sinds de publicatie van de brochure heeft de Inspectie handhavend opgetreden indien de verwijdering van asbestdaken plaatsvond met behulp van een hijskraan met werkbak. Dit heeft gevolgen gehad voor de wijze waarop deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Over de naleving van artikel 7.18 lid 4 en artikel 7.23d Arbobesluit (oud) is sindsdien tussen de Inspectie, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: het Ministerie) en branchevertegenwoordigers, waaronder VVT, overleg gevoerd, dat toen nog voornamelijk ging over het tegengaan van oneigenlijk gebruik van werkbakken. Op enig moment is een mogelijke aanpassing van artikel 7.23d Arbobesluit (oud) aan de orde gekomen, onder meer naar aanleiding van het verbod op asbestdaken dat vanaf 2024 zou gaan gelden. Het Ministerie heeft in het najaar van 2017 in het overleg de wens geuit onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar het veilig saneren van asbestdaken en het onderzoeken van innovatieve oplossingen. De brancheorganisaties zijn uitgenodigd om onderzoekspartijen voor te stellen en input te geven voor onderzoeksvragen en criteria voor aanbesteding. [5]
Staatsblad. [6] De gewijzigde voorwaarden van artikel 7.23d Arbobesluit (zie randnummer 2.5.) zijn per 1 juli 2020 in werking getreden. Kort samengevat is in artikel 7.23d lid 2, nadrukkelijker dan in artikel 7.23d Arbobesluit (oud), bepaald dat ontheffing van het verbod (alleen) mogelijk is wanneer naast de werkbak of het werkplatform gekoppeld aan een hijswerktuig geen andere méér geëigende arbeidsmiddelen of werkmethoden beschikbaar zijn om plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn veilig te bereiken. Daarnaast zijn de volgende voorwaarden voor de ontheffing van het verbod uit artikel 7.18 lid 4 Arbobesluit opgenomen :
3.Tussenvonnis: bindende eindbeslissingen
4.Het geschil: eiswijzigingen na het tussenvonnis
De (eerste) eiswijziging van VVT, tevens incident artikel 843 a Rv van 17 augustus 2022
Stb. 2020, 135) en van artikel 7.23d Arbobesluit); en
5.De verdere beoordeling
volledige ongelijkstelling van de Staat in de hoofdzaak’, althans ‘
met oplegging aan de Staat van een procedeerverbod wat betreft de vorderingen bedoeld onder A’.
- er is een rechtsmiddel ingediend dat geen redelijk doel dient of wordt aangewend voor een ander doel dan waartoe het gegeven is;
- er wordt nalatig, overmatig of onzorgvuldig geprocedeerd;
- het rechtsmiddel is evident kansloos en dat moet de (professioneel) gemachtigde bij de indiening van het rechtsmiddel duidelijk zijn geweest.
‘gedwongen is haar stellingen te herhalen’, volgt de rechtbank niet. Het herhalen van stellingen is een eigen keuze van VVT en is het gevolg van de wijze waarop VVT zelf deze procedure heeft gevoerd. De gevolgen daarvan moeten voor haar rekening blijven.
De vorderingen m.b.t. het onrechtmatig feitelijk handelen van de Staat (o.a. onbehoorlijk overleg)’.
stakeholderheeft erkend. Behoorlijk overleg / participatie in een wetgevingsproces is geen doel op zich maar dient een ander doel: kwaliteitsborging van de wetgeving en daarmee ook rechtmatigheid van die wetgeving. Het Wijzigingsbesluit is niet rechtmatig. Rechtmatigheid is de meest wezenlijke kwaliteitseis voor wetgeving. De Staat is als wet- en regelgever verplicht om ten alle tijden rechtmatige wet- en regelgeving af te scheiden.
haarfijn uit de doeken te doen hoe het onderzoek van TNO is verlopen’.
illegale defacto buitenwerking stelling van de Wob, waarmee de Staat in strijd met de algemene beginselen van bestuur heeft gehandeld, te kwade trouw en met machtsmisbruik’. Ook is nog steeds niet volledig aan haar verzoek voldaan en zou de Staat in zijn verweerschrift in een bestuursrechtelijke Wob-procedure onjuistheden naar voren hebben gebracht. Samenvattend spreekt VVT van ‘wobstructie’.