ECLI:NL:RBDHA:2024:19864
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag van een minderjarige uit Jemen in het licht van de humanitaire situatie en geweldsniveau
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2024, wordt het beroep van eiser, een minderjarige met de Jemenitische nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 10 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 20 juni 2024 als ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt de vraag of verweerder voldoende rekening heeft gehouden met het actuele geweldsniveau en de humanitaire situatie in Jemen, en of deze factoren afdoende zijn betrokken bij de beoordeling van de asielaanvraag op basis van artikel 3 van het EVRM.
De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiser geen reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Jemen. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met een relaas over de onveilige situatie in zijn woonplaats, waar hij en zijn familie regelmatig het doelwit zijn van geweld en rekrutering door gewapende groeperingen. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak en concludeert dat het bestreden besluit ondeugdelijk is gemotiveerd. Het beroep van eiser wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-.