ECLI:NL:RBDHA:2024:19862

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
C/09/656021
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van besluit van Vereniging FME inzake gewijzigde CAO Metalektro

In deze zaak vordert [eisende partij] B.V. de vernietiging van een besluit van Vereniging FME om een gewijzigde collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) Metalektro aan te gaan. De vordering is gebaseerd op de stelling dat de wijziging in de werkingssfeerbepalingen niet op de juiste wijze tot stand is gekomen. De rechtbank heeft op 27 november 2024 uitspraak gedaan in deze bodemprocedure, waarin de rechtsverhouding tussen de partijen centraal staat. De procedure begon met een dagvaarding op 12 oktober 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 13 september 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de CAO Metalektro 2022/2024 algemeen verbindend is verklaard en dat de vorderingen van [eisende partij] niet ontvankelijk zijn, omdat zij geen belang heeft bij de vernietiging van het besluit van FME. De rechtbank concludeert dat de besluitvorming van FME in overeenstemming met de statuten is verlopen en dat er geen sprake is van een nietig of vernietigbaar besluit. De rechtbank wijst de vorderingen van [eisende partij] af en veroordeelt haar in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.082,00.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team Handel
Zaaknummer: C/09/656021 / HA ZA 23-970
Vonnis van 27 november 2024
in de zaak van
[eisende partij] B.V.,
te [vestigingsplaats],
eisende partij,
advocaat: mr. J.H. Even,
tegen
VERENIGING FME,
te Zoetermeer,
gedaagde partij,
advocaat: mr. S.F. Sagel.
Partijen worden hierna [eisende partij] en FME genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 oktober 2023 met producties 1 t/m 16,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 17,
- het vonnis van 8 mei 2024 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte van FME met de aanvullende producties 18 t/m 20,
- het e-mailbericht van de rechtbank van 9 september 2024 aan partijen, met daarin het bevel ex artikel 22 lid 1 Rv [1] aan [eisende partij] om de op 18 januari 2022 ingediende bedenkingen tegen het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de cao [2] Metalektro 2020/2022 en het besluit van de Minister om deze cao niet algemeen verbindend te verklaren, in het geding te brengen,
- de naar aanleiding van het bevel van de rechtbank door [eisende partij] in het geding gebrachte producties 17 en 18,
- de mondelinge behandeling van 13 september 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Na het sluiten van de mondelinge behandeling is de zaak op verzoek van partijen aangehouden voor het beproeven van een minnelijke regeling. Op de rolzitting van 16 oktober 2024 hebben partijen vonnis gevraagd. Vonnis is toen bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[eisende partij] is de holding vennootschap van het [eisende partij] concern, dat zich met name richt op het bouwen van schepen. FME is een werkgeversvereniging voor de technologische industrie die zich blijkens haar statuten onder meer bezighoudt met het plegen van overleg en het onderhandelen met organisaties van werknemers en het aangaan van cao’s. [eisende partij] vertegenwoordigt als lid van werkgeversvereniging FME meerdere vennootschappen van het [eisende partij] concern en zij heeft aan FME een volmacht verstrekt voor het aangaan van cao’s in de sector Metalektro.
2.2.
Volgens [eisende partij] is in de cao Metalektro 2022/2024 een wijziging in een werkingssfeerbepaling doorgevoerd waardoor per groep, en niet langer per vennootschap, wordt getoetst of een werkgever onder de werkingssfeer van de cao Metalektro valt. FME heeft deze wijziging (en andere wijzigingen in de werkingssfeerbepalingen) goedgekeurd, maar dit niet aan haar leden voorgelegd, terwijl dit wel had gemoeten. Kort gezegd is volgens [eisende partij] het besluit van FME om de cao Metalektro 2022/2024 aan te gaan niet op de juiste wijze tot stand gekomen. [eisende partij] wil dat dit besluit van FME nietig wordt verklaard dan wel wordt vernietigd.
2.3.
FME bestrijdt de lezing van [eisende partij] en voert aan dat [eisende partij] geen belang heeft bij haar vordering, omdat de cao Metalektro 2022/2024 algemeen verbindend is verklaard. Er is ook geen sprake van een wijziging ten aanzien van de werkingssfeer: de tekst van de (werkingssfeerbepalingen van de) cao Metalektro 2022/2024 is, ten opzichte van eerdere versies, slechts aangepast ter verduidelijking. Bovendien is de besluitvorming van FME met betrekking tot het aangaan van de cao Metalektro 2022/2024 in overeenstemming met de wet en statuten tot stand gekomen, zodat van nietigheid of vernietigbaarheid geen sprake kan zijn. Ten slotte voert FME aan dat het recht om vernietiging van het door [eisende partij] bedoelde besluit te vorderen, is verjaard.
2.4.
FME krijgt gelijk. [eisende partij] heeft geen belang bij haar vordering. Dat sprake is van een nietig dan wel vernietigbaar besluit is bovendien niet komen vast te staan.
Werkingssfeerbepalingen van de cao’s in de sector Metalektro
2.5.
In de cao Metalektro 2020/2022, bijlage A. werkingssfeer, is in artikel 1. het volgende opgenomen:
1.
Deze overeenkomst is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van een werkgever in een onderneming in de Metalektro.
2.6.
In de cao Metalektro 2022/2024, bijlage A. werkingssfeer, luidt artikel 1. als volgt:
1.
a) Deze overeenkomst is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van een werkgever in de Metalektro.
b) Deze overeenkomst is tevens van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van de werkgever die niet valt onder 6 of 7 van deze bijlage en in hoofdzaak ondersteunende en/of samenhangende activiteiten verricht ten behoeve van een of meer werkgever(s) in de Metalektro waarmee de werkgever een gezamenlijke onderneming vormt, tenzij de werkgever is gebonden aan de al of niet algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf, of de cao voor het Technisch Installatiebedrijf.
2.7.
De cao Metalektro 2022/2024 is algemeen verbindend verklaard. De bedenkingen die [eisende partij] heeft ingediend tegen deze algemeenverbindendverklaring, zijn door de Minister bij besluit van 4 mei 2023 afgewezen.
2.8.
Op 13 mei 2024 hebben de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers (ook wel genoemd: de sociale partners) een akkoord bereikt over de inhoud van de nieuwste cao Metalektro, met een looptijd tot en met 31 december 2025. De werkingssfeerbepalingen zijn daarbij niet gewijzigd ten opzichte van de tekst van die bepalingen in de cao Metalektro 2022/2024.
De ROM en de Sociale Commissie
2.9.
De Raad van Overleg in de Metalektro (hierna: de ROM) bestaat uit afgevaardigden van werkgevers, vertegenwoordigd door FME, en afgevaardigden van werknemers, vertegenwoordigd door de betrokken vakbonden. De ROM bevordert het overleg tussen werkgevers en werknemers en bepaalt het beleid voor de sector. De ROM neemt samen met de Stichting Vakraad Metaal en Techniek zitting in de Commissie Werkingssfeer. Deze commissie ziet toe op de juiste indeling van werkgevers en werknemers in de cao Metalektro.
2.10.
[eisende partij] is lid van de Sociale Commissie, onderdeel van FME. De Sociale Commissie geeft FME onder andere advies over onderwerpen die betrekking hebben op de behartiging van de belangen van de FME-leden op sociaal gebied en overlegt ook over de cao Metalektro en daaraan gerelateerde onderwerpen, zoals de werkingssfeer van deze cao.
Wat vordert [eisende partij]?
2.11.
[eisende partij] vordert primair dat het besluit van FME om te komen tot een gewijzigde werkingssfeer van de cao Metalektro 2022/2024 (in afwijking van voorgaande cao's in de sector Metalektro) nietig wordt verklaard en subsidiair dat dit besluit wordt vernietigd, met veroordeling van FME in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente, uitvoerbaar bij voorraad.
2.12.
Volgens [eisende partij] is de ROM de werkingssfeer van de cao Metalektro 2020/2022 vanaf mei 2021 anders gaan uitleggen. Dit leidt zij af uit een brief van de ROM aan een andere werkgever in de Metalektro, waarin de ROM onder andere schrijft dat op basis van gewijzigd inzicht thans een andere uitleg aan de werkingssfeerbepalingen van de cao Metalektro wordt gegeven. [eisende partij] is in mei 2022 op de hoogte geraakt van deze communicatie. [eisende partij] stelt dat FME kennelijk is meegegaan in de gewijzigde uitleg van de ROM en dat die wijziging in de werkingssfeerbepalingen van de cao Metalektro 2022/2024 (bijlage A.) is geformaliseerd.
2.13.
De rechtbank begrijpt uit de nadere toelichting van [eisende partij] ter zitting dat de vorderingen van [eisende partij] gericht zijn tegen het besluit van FME om namens de bij haar aangesloten werkgevers (waaronder [eisende partij]) akkoord te gaan met de (tekst van de) cao Metalektro 2022/2024, waarin de gewijzigde werkingssfeerbepalingen zijn opgenomen.
2.14.
[eisende partij] vordert ook een verklaring voor recht dat FME geen beroep kan doen op het hiervoor bedoelde besluit, omdat FME daarmee misbruik zou maken van haar bevoegdheid. [eisende partij] heeft deze vordering niet in het petitum van haar dagvaarding opgenomen. Omdat FME wel heeft gereageerd op deze vordering, en de vordering bovendien zal worden afgewezen, gaat de rechtbank voorbij aan het bezwaar van FME tegen de beoordeling van deze vordering.
2.15.
FME voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisende partij], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisende partij], met veroordeling van [eisende partij] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente, uitvoerbaar bij voorraad.
[eisende partij] heeft geen belang bij haar vorderingen
2.16.
[eisende partij] wil dat het besluit van FME om akkoord te gaan met de cao Metalektro 2022/2024, nietig wordt verklaard dan wel wordt vernietigd. Volgens FME heeft [eisende partij] geen belang bij deze vorderingen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eisende partij] desgevraagd verklaard dat toewijzing van haar vorderingen zou betekenen dat FME moet komen tot een inhoudelijk gesprek met haar leden om opnieuw, transparant, te bespreken hoe de werkingssfeerbepalingen van de cao Metalektro zouden moeten luiden. [eisende partij] stelt dat FME haar belangen niet goed genoeg heeft behartigd en onvoldoende is opgetreden tegen het ‘zwalkende beleid’ van de ROM in de toepassing van de werkingssfeerbepalingen. [eisende partij] wil ook afspraken maken voor de toekomst en dat gekeken wordt naar de implicaties van het bestreden besluit voor de meest recente cao Metalektro, die voortbouwt op het besluit dat [eisende partij] aangetast wil zien.
2.17.
De rechtbank overweegt over het belang van [eisende partij] het volgende. De cao Metalektro 2022/2024 is algemeen verbindend verklaard; dit is een daad van materiële wetgeving. De algemeenverbindendverklaring is een ministeriële verordening die in beginsel alleen door de Minister kan worden ingetrokken. De inhoud van de cao blijft daardoor gelijk en rechtsgeldig, ook als één van de vorderingen van [eisende partij] zou worden toegewezen. Nietigheid dan wel vernietiging van het besluit van FME om namens de bij haar aangesloten werkgevers akkoord te gaan met de (tekst van de) cao Metalektro 2022/2024, kan dus niet het door [eisende partij] beoogde effect hebben. Bovendien is inmiddels al een nieuwe cao Metalektro van kracht, met dezelfde werkingssfeerbepalingen als de cao Metalektro 2022/2024. Verder geldt dat de belangen die [eisende partij] stelt te hebben bij haar vorderingen niet gediend worden met toewijzing van haar vorderingen. Zoals FME terecht heeft aangevoerd: als [eisende partij] wil dat FME zich in het vervolg anders opstelt of haar belangen beter of op een andere manier behartigt, dan had [eisende partij] vorderingen moeten instellen die daarop gericht zijn. Kortom: [eisende partij] heeft geen belang bij haar vorderingen, zodat deze moeten worden afgewezen. [3]
Ten overvloede: geen nietigheid, vernietigbaarheid of misbruik van bevoegdheid
2.18.
Ook als [eisende partij] wel belang zou hebben bij toewijzing van haar vorderingen, zou de rechtbank tot de conclusie komen dat deze moeten worden afgewezen, zoals hierna wordt toegelicht.
2.19.
In de statuten van FME is over de besluitvorming over cao’s opgenomen:
Artikel 34
1.
De vereniging kan collectieve arbeidsovereenkomsten aangaan, nadat daartoe door de algemene vergadering is besloten overeenkomstig de leden 2 tot en met 5 van dit artikel.
(…)
3.
Besluiten tot het aangaan van de in lid 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen slechts worden genomen door een met vermelding van het te nemen besluit uitgeschreven algemene vergadering. Een besluit tot het aangaan van een collectieve arbeidsovereenkomst komt tot stand indien ten minste drie/vierde van de stemmen, uitgebracht door de leden op wie de desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomst, bij goedkeuring door de algemene vergadering, van toepassing zal zijn, voor het voorstel is uitgebracht.
(…)
6.
Het bepaalde in de vorige leden van dit artikel geldt ook voor het wijzigen, verlengen en opzeggen van een collectieve arbeidsovereenkomst door de vereniging.
2.20.
Zoals eerder overwogen, begrijpt de rechtbank dat de vorderingen van [eisende partij] zien op het besluit van FME om de cao Metalektro 2022/2024 met gewijzigde werkingssfeerbepalingen aan te gaan, en dus niet zozeer op een besluit van FME tót wijziging van (de uitleg van) de werkingssfeer van de cao Metalektro. In haar dagvaarding stelt [eisende partij] echter dat het bestuur van FME heeft besloten tot het wijzigen of het door de ROM laten wijzigen van de werkingssfeerbepalingen. Dit is in strijd met artikel 34 lid 6 van de statuten van FME, omdat zo’n besluit alleen kan worden genomen door de algemene vergadering. Het besluit is daarom nietig (artikel 2:14 BW [4] ) of anders vernietigbaar (artikel 2:15 BW), aldus [eisende partij].
2.21.
FME betwist dat sprake is van een nietig of vernietigbaar besluit. Zij voert aan dat de werkingssfeerbepalingen in de cao Metalektro 2022/2024 niet zijn gewijzigd, maar slechts tekstueel zijn verduidelijkt. Bovendien is van een besluit tot wijziging door het bestuur van FME in ieder geval geen sprake, aldus FME.
2.22.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken van een besluit tot wijziging van de werkingssfeerbepalingen van de cao Metalektro door het bestuur van FME. Dit betekent dat FME niet in strijd met (artikel 34 lid 6 van) haar statuten heeft gehandeld door het bestuur een besluit te laten nemen dat was voorbehouden aan de algemene vergadering.
2.23.
Ook bij het nemen van het besluit om de cao Metalektro 2022/2024 aan te gaan, heeft FME naar het oordeel van de rechtbank niet in strijd met haar statuten gehandeld. Tussen partijen is allereerst niet in geschil dat de algemene vergadering van FME op 13 oktober 2022 dit besluit heeft genomen met de vereiste meerderheid (96,4 %) en na correcte oproeping. [eisende partij] werd daarbij op basis van een volmacht door FME vertegenwoordigd.
2.24.
Uit de door FME aangevoerde feiten blijkt verder dat [eisende partij] is geïnformeerd over en betrokken bij de besluitvorming om te komen tot de cao Metalektro 2022/2024:
  • Binnen de Sociale Commissie, waarvan [eisende partij] zoals gezegd lid is, is in juni 2022 al gesproken over verduidelijking van (het ondernemingsbegrip in) de werkingssfeerbepalingen.
  • Begin september 2022 heeft FME al haar leden geïnformeerd over de inzet van de cao-onderhandelingen, waarbij de verduidelijking van het ondernemingsbegrip in de werkingssfeer expliciet is vermeld.
  • In het onderhandelingsresultaat van 22 september 2022, dat de basis vormt voor de stemming van de leden van FME over de cao Metalektro 2022/2024, is over de werkingssfeer opgenomen:

Sociale partners zullen het ondernemingsbegrip in de werkingssfeer van de cao’s Metalektro verduidelijken.
  • In de agenda voor de ALV van FME van 13 oktober 2022 is vermeld dat de ALV betrekking heeft op “
  • [eisende partij] heeft op 12 oktober 2022, één dag voor de ALV van 13 oktober 2022, een volmacht verstrekt aan FME om vóór het aangaan van de cao’s te stemmen, op basis van het bereikte onderhandelingsresultaat van 22 september 2022.
2.25.
Voor zover [eisende partij] stelt dat zij door FME onvoldoende is betrokken bij de aanpassing van de werkingssfeerbepalingen en de besluitvorming om te komen tot de cao Metalektro 2022/2024, heeft FME dit hiermee gemotiveerd weersproken, zodat dit niet is komen vast te staan.
2.26.
Ten slotte heeft FME niet gehandeld in strijd met de openbare orde of goede zeden (artikel 3:40 BW) of in strijd met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:8 BW), dan wel misbruik gemaakt van haar bevoegdheid (artikel 3:13 BW), zoals [eisende partij] stelt. FME heeft haar leden geïnformeerd over (de inhoud van) de onderhandelingen over de cao Metalektro 2022/2024. Er is informatie verstrekt en er zijn bijeenkomsten geweest over de cao Metalektro 2022/2024. Bovendien is niet gebleken dat [eisende partij] bij FME aan de bel heeft getrokken over de werkingssfeerbepalingen of de uitleg daarvan door de ROM, en niet gehoord werd. Op basis van de stellingen van [eisende partij] kan ten slotte ook niet worden geconcludeerd dat FME haar leden zou hebben misleid en beoogde wijzigingen in de werkingssfeerbepalingen bewust geheim heeft gehouden, zoals [eisende partij] stelt. FME heeft dus ook niet in strijd met de wet gehandeld.
2.27.
De conclusie is dat, ook als [eisende partij] wel belang zou hebben bij haar vorderingen in deze procedure, van een nietig dan wel vernietigbaar besluit van FME geen sprake is. Bij die stand van zaken zal de rechtbank in het midden laten of de aanpassing van (onder meer) artikel 1 van bijlage A. van de cao Metalektro 2022/2024 ten opzichte van de voorgaande cao’s Metalektro alleen een tekstuele of ook een inhoudelijke wijziging behelst. Eveneens zal de rechtbank in het midden laten in hoeverre bij de toepassing van de werkingssfeerbepalingen vóór het aangaan van de cao Metalektro 2022/2024 sprake is geweest van ‘zwalkend beleid’ of een koerswijziging door de ROM, zoals [eisende partij] stelt, waartegen FME namens haar in het geweer had moeten komen.
Proceskosten
2.28.
[eisende partij] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van FME worden begroot op:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.082,00
2.29.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen van [eisende partij] af,
3.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten van € 2.082,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eisende partij] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
veroordeelt [eisende partij] tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Kelkensberg en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.collectieve arbeidsovereenkomst
3.Zie Hoge Raad 29 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:AD1631 met verwijzing naar HR 19 mei 1989, ECLI:NL:HR:1989:AD0783. Vlg ook Hoge Raad 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1622.
4.Burgerlijk Wetboek