Overwegingen
1. Eiser is geboren op [datum] 1987 en heeft de Syrische nationaliteit. Op 7 februari 2023 heeft eiser een asielaanvraag ingediend in Nederland. Eisers echtgenote en kinderen hebben ook op 7 februari 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Verweerder heeft de asielaanvragen afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep hiertegen is op 8 augustus 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres met onbekende stemming is vertrokken.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij de Filipijnen voor eiser als veilig derde land aanmerkt. Eiser heeft een band met de Filipijnen, omdat zijn echtgenote en kinderen de Filipijnse nationaliteit bezitten. Het is voldoende aannemelijk dat eiser zal worden toegelaten tot de Filipijnen. Uit openbare bronnen blijkt namelijk dat eiser in aanmerking kan komen voor een tijdelijke verblijfsvergunning voor verblijf bij zijn echtgenote, een zogenoemde
Temporary Resident Visa(TRV).
3. Eiser voert daartegen aan dat hij niet zal worden toegelaten tot de Filipijnen. Verweerder heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van een poging van eiser om toegang te krijgen tot de Filipijnen. Eiser heeft namelijk contact opgenomen met de Filipijnse ambassade om te vragen of het mogelijk is dat hij toegang krijgt tot de Filipijnen. Voor het verkrijgen van een visum voor de Filipijnen heeft eiser een paspoort nodig, maar van hem kan niet worden verlangd dat hij zich tot de Syrische autoriteiten wendt om een paspoort aan te vragen. Bovendien heeft eiser problemen met de familie van zijn echtgenote, omdat zij er alles aan doen om het familieleven tussen eiser en zijn echtgenote onmogelijk te maken. Eiser loopt dus gevaar door zijn schoonfamilie in de Filipijnen. Daarnaast is eisers echtgenote met onbekende bestemming vertrokken met hun kinderen. Hiermee vervalt de tegenwerping van de Filipijnen als vestigingsalternatief voor eiser. Eisers beroep ziet ook op het door verweerder opgelegde terugkeerbesluit. Terugkeer naar Syrië is volgens eiser niet mogelijk.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Uit de jurisprudentie van de Afdelingvolgt dat verweerder, indien hij tegenwerpt dat een land voor de vreemdeling een veilig derde land is, aannemelijk moet maken dat die vreemdeling wordt toegelaten tot dat land. Hij dient hiertoe, aan de hand van informatie uit algemene bronnen, of op basis van de verklaringen van die vreemdeling, redenen aan te dragen waarom toegang in beginsel mogelijk moet zijn.Vervolgens ligt het op de weg van de vreemdeling om aan te tonen dat de door verweerder geschetste mogelijkheden om toegang te krijgen tot dat land, in zijn geval niet aanwezig zijn.
5. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat eiser tot de Filipijnen zal worden toegelaten. Daarbij heeft verweerder in het bestreden besluit gewezen op een aantal openbare bronnen waaruit blijkt dat eiser een TRV kan verkrijgen. Daarmee heeft verweerder voldaan aan de maatstaf die volgt uit de eerdergenoemde jurisprudentie van de Afdeling.
6. Eiser heeft niet aangetoond dat hij geen TRV kan verkrijgen. De enkele verwijzing naar de door hem overgelegde mailwisseling is niet voldoende. Hieruit blijkt namelijk niet dat het voor eiser niet mogelijk is om een visum te verkrijgen, maar dat eiser een paspoort nodig heeft voor zijn aanvraag. Het ligt voorts op de weg van eiser om een nieuw paspoort aan te vragen. Eiser heeft niet met stukken onderbouwd dat dit niet mogelijk is. Uit het algemeen ambtsbericht over Syrië volgt dat onder meer dienstplichtontduikers in Syrië een paspoort kunnen aanvragen.Daarbij heeft verweerder overwogen dat eiser eerder in 2020 een paspoort heeft kunnen verkrijgen.Niet is gebleken dat eiser voldoende inspanningen heeft verricht om tot de Filipijnen te worden toegelaten, terwijl dat wel van hem had mogen worden verwacht.
7. Ook heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de Filipijnen in het algemeen, of voor hem in het bijzonder, niet als veilig land kan worden aangemerkt voor asielzoekers en vluchtelingen uit andere landen. Verweerder heeft zich onder verwijzing naar algemene informatiebronnen zoals genoemd in artikel 3.37e van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, op het standpunt kunnen stellen dat de Filipijnen een veilig land is. Zo is de Filipijnen partij bij het Vluchtelingenverdrag, het Antifolterverdrag en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten. Ook kent de Filipijnen een nationaal asielsysteem. De enkele stelling van eiser dat hem persoonlijk geen vluchtelingenstatus wordt verleend, is zonder nadere onderbouwing onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Eiser heeft daarnaast geen informatie overgelegd waaruit blijkt dat hij geconfronteerd wordt met een hogere mate van onveiligheid en dat geen basisvoorzieningen voor hem beschikbaar zouden zijn. Verweerder stelt terecht dat met eisers aangevoerde individuele omstandigheden omtrent zijn schoonfamilie, niet aannemelijk is gemaakt dat sprake zal zijn van een risico op een behandeling in strijd met de beginselen van artikel 3.106a, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verweerder op grond van Filipijnse regelgeving ervan uit mag gaan dat de Filipijnen zich houdt aan het verbod op refoulement.
8. Aan eiser wordt niet tegengeworpen dat hij moet terugkeren naar Syrië. Verweerder hoeft dus niet te beoordelen welk risico eiser zou lopen bij terugkeer naar Syrië. Uit artikel 33 van de Procedurerichtlijnvolgt ook dat geen verplichting voor verweerder bestaat om te onderzoeken of een persoon in aanmerking komt voor internationale bescherming als de asielaanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat een derde land als veilig land wordt beschouwd. Dat eiser ter zitting heeft aangegeven dat hij niet weet waar zijn echtgenote en kinderen momenteel verblijven, maakt al het vorenstaande niet anders. Verweerder heeft het vestigingsalternatief in redelijkheid kunnen handhaven.
9. De beroepsgronden slagen niet. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.