ECLI:NL:RBDHA:2024:19661
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag in strijd met het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, met zaaknummer SGR 23/2928, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022 behandeld. Eiser, een student, had op 25 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had deze aanvraag afgewezen op basis van de Beleidsregel energietoeslag Den Haag 2022. Het college stelde dat eiser niet tot de doelgroep van de energietoeslag behoort omdat hij studiefinanciering ontvangt. Eiser betwistte deze categoriale uitsluiting en voerde aan dat er geen wettelijke grondslag is voor deze uitsluiting, aangezien studenten net als andere minima energielasten hebben en in vergelijkbare situaties kunnen verkeren.
De rechtbank oordeelt dat het college de studenten ten onrechte categorisch heeft uitgesloten van de energietoeslag. De rechtbank stelt vast dat studenten en andere minima zich in vergelijkbare situaties bevinden wat betreft woonsituatie, inkomen en energiekosten. Het college had een legitiem doel om overcompensatie te voorkomen, maar de uitsluiting van studenten is niet proportioneel. De rechtbank concludeert dat de bepaling in de Beleidsregel die studenten uitsluit van de energietoeslag in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.