ECLI:NL:RBDHA:2024:19655
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag in strijd met het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, met zaaknummer SGR 23/2350, werd het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022 beoordeeld. Eiseres, een studente, had op 1 december 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 9 december 2022 werd afgewezen. Het college stelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, omdat zij jonger was dan 27 jaar en aanspraak maakte op studiefinanciering. Eiseres betwistte deze uitsluiting en stelde dat studenten ten onrechte van de energietoeslag werden uitgesloten, zonder goede rechtvaardiging.
De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had onderbouwd waarom studenten niet in aanmerking kwamen voor de energietoeslag. De rechtbank concludeerde dat studenten in vergelijkbare situaties verkeerden als andere minima die wel voor de toeslag in aanmerking kwamen. Het college had de hoorplicht geschonden door eiseres niet te horen over de gewijzigde grondslag van de afwijzing. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college het griffierecht aan eiseres moest vergoeden. De rechtbank benadrukte dat het beleid van het college in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, waardoor de bepaling in de Beleidsregel onverbindend was.