ECLI:NL:RBDHA:2024:19651
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, met zaaknummer SGR 23/135, werd het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022 beoordeeld. Eiser, een student, had op 8 september 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 20 oktober 2022 was afgewezen. Het college stelde dat studiefinanciering een voorliggende voorziening was, waardoor eiser geen recht had op de energietoeslag. Eiser betwistte deze afwijzing en stelde dat zijn netto-inkomen onder de norm voor bijstandsverlening lag.
De rechtbank oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat studiefinanciering een voorliggende voorziening was. De rechtbank concludeerde dat het uitsluiten van studenten van de energietoeslag niet gerechtvaardigd was, omdat studenten in vergelijkbare situaties verkeerden als andere minima die wel in aanmerking kwamen voor de toeslag. De rechtbank vond dat het college onvoldoende had onderbouwd dat het maken van onderscheid tussen studenten en andere minima doelmatig en proportioneel was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht aan eiser.