ECLI:NL:RBDHA:2024:19647
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag in strijd met het gelijkheidsbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, in de zaak SGR 23/1702, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022 beoordeeld. Eiser, een student, had op 18 juni 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 20 oktober 2022 werd afgewezen. Het college stelde dat studiefinanciering een voorliggende voorziening is, waardoor eiser geen recht had op de energietoeslag. Eiser betwistte deze afwijzing en stelde dat de studiefinanciering niet voldeed aan de norm van 130% van de bijstandsnorm, en dat het college studenten ten onrechte uitsloot van de energietoeslag, wat in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod.
De rechtbank oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat studiefinanciering een voorliggende voorziening is. De rechtbank concludeerde dat het categoriaal uitsluiten van studenten van de energietoeslag niet gerechtvaardigd was en dat het college niet had aangetoond dat er een legitiem doel was voor deze uitsluiting. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht en proceskosten aan eiser moesten worden vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het college om de beginselen van behoorlijk bestuur en de grondrechten, zoals het gelijkheidsbeginsel, in acht te nemen bij het toekennen van bijzondere bijstand.