ECLI:NL:RBDHA:2024:19646
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag 2022 beoordeeld. Eiser, een student, had op 7 november 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvraag afgewezen op basis van het feit dat hij studiefinanciering ontvangt. Het college stelde dat studenten niet tot de doelgroep voor de energietoeslag behoren, wat eiser betwistte. Hij voerde aan dat het college studenten en niet-studenten ongelijk behandelde en dat er geen deugdelijke motivering voor dit onderscheid was.
De rechtbank oordeelde dat hoewel de situatie van studenten kan verschillen van die van andere minima, er ook studenten zijn die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden als niet-studenten. De rechtbank concludeerde dat het college niet voldoende had onderbouwd waarom studenten als groep uitgesloten moesten worden van de energietoeslag. Het college had niet aangetoond dat het uitsluiten van studenten een legitiem doel diende en dat het gemaakte onderscheid proportioneel was. De rechtbank oordeelde dat de uitsluiting van studenten van de energietoeslag in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, waardoor de relevante bepaling in de beleidsregel onverbindend werd verklaard.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het college en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college verplicht om het griffierecht aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak heeft implicaties voor andere studenten die in vergelijkbare situaties verkeren, aangezien het college nu verplicht is om een nieuw besluit te nemen dat recht doet aan de uitspraak.