ECLI:NL:RBDHA:2024:19644
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, in de zaak SGR 23/2403, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag 2022 beoordeeld. Eiser, een student jonger dan 27 jaar, had op 25 juni 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvraag afgewezen op basis van de hoogte van zijn inkomen en zijn status als student. Het college stelde dat studenten niet tot de doelgroep voor de energietoeslag behoren, omdat zij in de regel minder energiekosten hebben en er een risico op overcompensatie zou zijn.
De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte studenten categorisch heeft uitgesloten van de energietoeslag. De rechtbank stelt vast dat er studenten zijn die zich in een vergelijkbare situatie bevinden als andere minima die wel in aanmerking komen voor de energietoeslag. Het college heeft niet voldoende onderbouwd dat het maken van een onderscheid tussen studenten en andere minima gerechtvaardigd is. De rechtbank concludeert dat het beleid van het college in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, en verklaart de bepaling in de Beleidsregel energietoeslag Den Haag 2022 die deze uitsluiting regelt, onverbindend.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het college en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van belangen bij het toekennen van sociale voorzieningen, en dat uitsluiting op basis van een bepaalde status, zoals student zijn, niet zonder meer gerechtvaardigd kan worden.