ECLI:NL:RBDHA:2024:19640
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag in strijd met het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, met zaaknummer SGR 23/1655, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om eenmalige energietoeslag 2022 beoordeeld. Eiser, een student, had op 24 juni 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag had deze aanvraag afgewezen op basis van het argument dat hij niet voldeed aan de voorwaarden, omdat hij jonger was dan 27 jaar en aanspraak kon maken op studiefinanciering. Eiser betwistte deze afwijzing en stelde dat het college studenten ongelijk behandelde ten opzichte van niet-studenten, zonder een deugdelijke motivering voor dit onderscheid te geven.
De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had onderbouwd waarom studenten niet in aanmerking konden komen voor de energietoeslag, terwijl zij zich in vergelijkbare financiële situaties bevonden als andere minima. De rechtbank concludeerde dat het beleid van het college, dat studenten uitsloot van de energietoeslag, niet voldeed aan de eisen van doelmatigheid en proportionaliteit. Het college had niet aangetoond dat het uitsluiten van studenten gerechtvaardigd was en dat er geen minder ingrijpende maatregelen mogelijk waren om de groep studenten die in vergelijkbare omstandigheden verkeerden niet uit te sluiten.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het college en droeg het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht aan eiser. Deze uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling en het discriminatieverbod in het bestuursrecht, vooral in het kader van sociale voorzieningen zoals de energietoeslag.