ECLI:NL:RBDHA:2024:19639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van studenten van de energietoeslag 2022 in strijd met het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 november 2024, met zaaknummer SGR 23/2404, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022 behandeld. Eiseres, een student, had op 5 oktober 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 3 november 2023 werd afgewezen. Het college stelde dat eiseres niet tot de doelgroep voor de energietoeslag behoort, omdat zij studiefinanciering ontvangt. Eiseres betwistte deze uitsluiting en stelde dat het college een ongerechtvaardigd onderscheid maakt door studenten uit te sluiten van de energietoeslag.
De rechtbank oordeelt dat hoewel de situatie van studenten kan verschillen van die van andere minima, er ook studenten zijn die zich in een vergelijkbare situatie bevinden wat betreft woonsituatie, inkomen en energiekosten. De rechtbank concludeert dat het college niet voldoende heeft onderbouwd dat de uitsluiting van studenten van de energietoeslag een legitiem doel dient en dat het gemaakte onderscheid niet proportioneel is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod in het bestuursrecht, en stelt dat het college bij de uitvoering van beleid rekening moet houden met de diverse situaties van aanvragers, waaronder studenten. De rechtbank wijst erop dat de individuele bijzondere bijstand geen adequaat alternatief biedt voor de energietoeslag, en dat de uitsluiting van studenten niet gerechtvaardigd kan worden door administratieve overwegingen.