ECLI:NL:RBDHA:2024:19603
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging wegens wilsbekwaam verzet en onvoldoende ernstige psychische stoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 24 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor de betrokkene, die geboren is in 1996 en woont in [woonplaats]. De rechtbank heeft ter zitting de betrokkene, zijn advocaat, de psychiater D.B. Peters, en familieleden gehoord. De psychiater heeft zorgen geuit over de psychische toestand van de betrokkene, die volgens hem niet wilsbekwaam is en die een paranoïde psychotisch toestandsbeeld vertoont. De betrokkene daarentegen heeft verzet aangetekend tegen de verplichte zorg en stelt dat hij geen psychische stoornis heeft en dat er geen acuut levensgevaar of ernstig nadeel is. De rechtbank heeft de medische verklaring van de psychiater als onvoldoende duidelijk beoordeeld en geconcludeerd dat er geen rechtvaardiging is voor de gevraagde zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, verwijzend naar een arrest van de Hoge Raad van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123).