ECLI:NL:RBDHA:2024:19603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
C/09/674575 / FA RK 24-7621
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging wegens wilsbekwaam verzet en onvoldoende ernstige psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 24 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor de betrokkene, die geboren is in 1996 en woont in [woonplaats]. De rechtbank heeft ter zitting de betrokkene, zijn advocaat, de psychiater D.B. Peters, en familieleden gehoord. De psychiater heeft zorgen geuit over de psychische toestand van de betrokkene, die volgens hem niet wilsbekwaam is en die een paranoïde psychotisch toestandsbeeld vertoont. De betrokkene daarentegen heeft verzet aangetekend tegen de verplichte zorg en stelt dat hij geen psychische stoornis heeft en dat er geen acuut levensgevaar of ernstig nadeel is. De rechtbank heeft de medische verklaring van de psychiater als onvoldoende duidelijk beoordeeld en geconcludeerd dat er geen rechtvaardiging is voor de gevraagde zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, verwijzend naar een arrest van de Hoge Raad van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/674575 / FA RK 24-7621
Datum beschikking: 12 november 2024

Afwijzing machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. D.G.M. van den Hoogen te Leiden.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 oktober 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 21 oktober 2024 ondertekende medische verklaring van A. de Ranitz, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 14 oktober 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 23 oktober 2024;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een brief van de officier van justitie van 26 september 2024, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn.
Ter zitting is door de advocaat van betrokkene een brief van betrokkene en een e-mailbericht
van de moeder van betrokkene van 29 oktober 2024 overlegd.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de psychiater, D.B. Peters;
- de moeder van betrokkene;
- de zus van betrokkene.
Omdat door de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht en het de rechtbank ter zitting is gebleken dat diens aanwezigheid ook niet noodzakelijk was om tot een inhoudelijke beslissing te kunnen komen, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat er in de stukken informatie staat die niet klopt. Betrokkene heeft vrijetijdsbesteding en wil starten met koerierswerkzaamheden. Betrokkene erkent dat er een periode is geweest waarin het minder goed ging, maar dat het inmiddels weer beter met hem gaat. Het afvallen ervaart betrokkene niet als iets extreems en komt doordat hij meer is gaan sporten en gezonder is gaan eten. Betrokkene is van mening dat hij geen psychische, depressieve en/of stemmingsstoornis heeft en dat er geen sprake is van ernstig nadeel. De psychische stoornis is ook niet duidelijk omschreven in de medische verklaring. Betrokkene is bovendien niet suïcidaal en hoewel de situatie bij de moeder thuis nog wat wankel is, is dit onvoldoende om te kunnen spreken van een aanzienlijk risico op ernstig nadeel. Daar komt bij dat betrokkene door de onafhankelijk psychiater wilsbekwaam is beoordeeld terwijl er geen sprake is van acuut levensgevaar of een aanzienlijk risico voor een ander. Een zorgmachtiging en de daarbij verzochte vormen van verplichte zorg vindt hij niet nodig. Betrokkene is in contact met het FACT team. Er zijn dan ook minder bezwarende alternatieven mogelijk. Verzocht wordt daarom om het verzoek af te wijzen.
De psychiater heeft ter zitting naar voren gebracht dat er al lange tijd zorgen zijn over betrokkene. Het lukt hem niet om zijn leven te organiseren en dit lijkt voort te komen vanuit een paranoïde psychotisch toestandsbeeld. Betrokkene is psychisch instabiel en belast de mensen om zich heen. Betrokkene is bovendien enorm afgevallen wat geen lichamelijke oorzaak heeft maar lijkt voort te komen uit achterdocht richting het eten. Er is sprake van zelfverwaarlozing en maatschappelijke teloorgang en het lukt niet goed om in contact te komen met betrokkene. De psychiater is van mening dat betrokkene niet wilsbekwaam is. Uit de brief en het gesprek met betrokkene blijkt ook dat betrokkene niet in staat is om goed op de situatie om zich heen aan te kunnen sluiten en dat hij met een formalistische toon spreekt. De onafhankelijk psychiater heeft de diagnose gebaseerd op informatie vanuit de huisarts, familie en wat hij zelf heeft waargenomen tijdens het huisbezoek. De insteek is om betrokkene ambulant te behandelen. De zorgmachtiging is aangevraagd omdat het in het vrijwillig kader niet lukt om met betrokkene in contact te komen en een samenwerking of behandeling aan te gaan. Verplichte zorg is hierdoor nodig.
De moeder en de zus hebben ter zitting onder meer meegedeeld dat betrokkene hulp nodig heeft. Het gaat bij de moeder thuis, maar het is wankel en het lukt betrokkene niet om zijn leven op orde te krijgen.

Beoordeling

De rechtbank acht de in de medische verklaring gestelde diagnose van de psychische stoornis niet duidelijk omschreven. Ook is het de vraag of het ernstig nadeel dat omschreven is en ter zitting nader is geduid dermate ernstig is dat dit een verstrekkende maatregel als een zorgmachtiging rechtvaardigt. De vraag hierop kan echter thans onbeantwoord blijven, nu betrokkene door de onafhankelijk psychiater als wilsbekwaam is beoordeeld en betrokkene zich verzet tegen verplichte zorg terwijl er op dit moment geen acuut levensgevaar voor betrokkene dreigt danwel er een aanzienlijk risico op ernstig nadeel voor een ander is. Ter zitting heeft betrokkene bovendien per verzochte vorm van verplichte zorg gemotiveerd verzet gevoerd. De rechtbank zal het wilsbekwaam verzet van betrokkene daarom honoreren en de zorgmachtiging om die reden afwijzen. De rechtbank verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 4 februari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:123).

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M. van der Kleijn, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 november 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.