ECLI:NL:RBDHA:2024:1958
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige na spoedverzoek
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2024 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010. De kinderrechter heeft de machtiging verleend op basis van ernstige zorgen over de mentale gezondheid van de minderjarige, die suïcidale uitingen heeft gedaan en niet meer naar school gaat. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderrechter oordeelt dat de thuissituatie onveilig is en dat de minderjarige specialistische hulp nodig heeft die niet in de thuissituatie kan worden geboden. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, heeft het verzoek tot uithuisplaatsing ingediend, omdat de situatie van de minderjarige is verslechterd en er zorgen zijn over haar emotionele welzijn. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing en verzocht om alternatieven, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot 18 mei 2024, met de mogelijkheid voor de gecertificeerde instelling om de situatie te evalueren en de juiste hulpverlening te bieden. De verzoeken van de moeder om een deskundigenonderzoek en onmiddellijke terugplaatsing zijn afgewezen.