ECLI:NL:RBDHA:2024:19497
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet door de Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvragen om een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw). De rechtbank heeft op 28 november 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. E.M. Prins, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, vertegenwoordigd door mr. P. Siemerink. Eiser had zijn aanvragen ingediend op 10 juli 2023 en 2 augustus 2023, maar deze zijn door het college afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf heeft op het uitkeringsadres, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van bijstand. Eiser heeft tijdens een huisbezoek op 28 juli 2023 onvoldoende bewijs geleverd van zijn woon- en leefsituatie. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat eiser niet heeft voldaan aan de inlichtingen- en medewerkingsverplichting, wat heeft geleid tot de afwijzing van zijn aanvragen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.