ECLI:NL:RBDHA:2024:19496
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand op grond van de Participatiewet wegens onduidelijkheid over hoofdverblijf en gebrek aan bewijsstukken
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft de aanvraag met het primaire besluit van 10 februari 2023 afgewezen. Eiser heeft in bezwaar geen aanvullende informatie overgelegd die zijn woonadres en financiële situatie verduidelijkt. De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2024 behandeld, maar eiser is niet verschenen. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op bijstand, omdat hij geen duidelijkheid heeft gegeven over zijn hoofdverblijf en de gevraagde bewijsstukken niet heeft overgelegd. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel. De uitspraak is gedaan door mr. L.C. Bannink, rechter, en is op 28 november 2024 in het openbaar uitgesproken. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.