ECLI:NL:RBDHA:2024:19487
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag; prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag behandeld. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 24 november 2023, en volgens de wettelijke beslistermijn van zes maanden zou de minister uiterlijk op 24 mei 2024 moeten beslissen. Echter, de minister heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd op basis van de inwerkingtreding van het WBV 2023/3, wat door de rechtbank eerder als rechtsgeldig is beoordeeld. Hierdoor is de ingebrekestelling van 20 augustus 2024, die door de minister op 23 augustus 2024 is ontvangen, prematuur ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen voldoet, zoals vastgelegd in artikel 6:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).