Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 25 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en de minister van Asiel en Migratie. De eiser, geboren in 1990 en van Algerijnse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen de voortduren van de maatregel van bewaring die op 2 oktober 2024 was opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft het onderzoek op 25 november 2024 gesloten zonder zitting. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, aangezien deze eerder was getoetst en de omstandigheden niet waren veranderd. De rechtbank merkte op dat de termijn voor het sluiten van het vooronderzoek was overschreden, maar dat dit niet leidde tot onrechtmatigheid van de maatregel, omdat de beslissing binnen een redelijke termijn was genomen. De rechtbank verwierp de stelling van de eiser dat er geen zwaarwegende belangen waren om de bewaring voort te zetten en oordeelde dat de beroepsgrond niet slaagde. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.