ECLI:NL:RBDHA:2024:19463

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
C/09/674869 / FA RK 24-7755
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een inbewaringstelling op basis van de Wet zorg en dwang. Het verzoek tot voortzetting was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 30 oktober 2024. Tijdens de zitting bleek dat de cliënt, geboren in 1935, zich niet langer verzet tegen haar verblijf in de accommodatie. De arts, M.L.M. Michiels, die de cliënt kort voor de zitting had onderzocht, bevestigde dat er geen sprake meer was van verbaal verzet en dat de cliënt aangaf graag in de instelling te willen blijven. Dit leidde tot de conclusie dat niet voldaan was aan de criteria voor de voortzetting van de inbewaringstelling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was dat een rechterlijke machtiging vereiste. De cliënt vertoonde aanvankelijk verzet tegen de opname, maar dit was inmiddels verdwenen. De arts, W. Swagerman, verklaarde dat de cliënt verpleeghuiszorg nodig had, maar dat het verzet nu was afgenomen. De rechtbank oordeelde dat de cliënt in de accommodatie kon blijven en dat het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling moest worden afgewezen.

De beslissing werd genomen door rechter E.E. Schotte, bijgestaan door griffier B.M. Muller - Santana de Andrade, en werd uitgesproken tijdens de openbare zitting. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 18 november 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/674869 / FA RK 24-7755
Datum beschikking: 4 november 2024

Afwijzing verzoek machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling

Beschikkingnaar aanleiding van het op 30 oktober 2024 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[cliënt] ,

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedatum] 1935 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [accommodatie] in [plaatsnaam] ,
advocaat: mr. H.C. Uittenbogaart te Alphen aan den Rijn.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 oktober 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van de gemeente Katwijk van 29 oktober 2024 tot inbewaringstelling;
- de op 29 oktober 2024 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige arts, M.L.M. Michiels, die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij haar behandeling betrokken was.
De mondelinge behandeling van het verzoek (zitting) heeft plaatsgevonden op 4 november 2024. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door mr. M.J. de Jongh, waarnemend voor de advocaat;
- de arts W. Swagerman.

Standpunten ter zitting

Cliënt heeft op de zitting kenbaar gemaakt dat zij heel tevreden is over de haar bij [accommodatie] geboden zorg. Ze wil er heel graag blijven. De advocaat zich heeft namens cliënt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De arts heeft verklaard dat cliënt verpleeghuiszorg nodig heeft, met name gelet op de ontremming en het overzichtsverlies die bij haar worden gezien. Cliënt toonde aan het begin van de opname wisselend verzet. Zij stemde niet met de opname en reageerde afwijzend bij het aanbieden van zorg. Het verzet lijkt nu echter verbleekt. Cliënt toont geen gedragsmatig verzet tegen de opname, accepteert probleemloos alle haar geboden zorg en zegt nu op de zitting zelf ook dat ze in de accommodatie wil blijven. De arts sluit niet uit dat het verzet opnieuw aanwakkert, maar het lijkt er op dat cliënt zich in de opname kan vinden.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van cliënt als gevolg van een psychogeriatrische aandoening, te weten een vasculaire ziekte, dit ernstig nadeel veroorzaakt.
Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Cliënt is in toenemende mate verward en heeft ook waanideeën. Zij is ’s nachts erg onrustig waardoor zij uitgeput raakt. Zij maakt ’s nachts ook veelvuldig gebruik van de telefoon. Toen haar dochter daarop trachtte in te grijpen, is zij door cliënt gestompt. Cliënt is steeds minder goed in staat om initiatief te nemen. Zo moet zij worden aangespoord om te eten en te drinken. De dochter van cliënt raakt uitgeput.
Op de zitting is gebleken dat cliënt zich niet langer verzet tegen de voortzetting van het verblijf in een accommodatie. Uit de toelichting van de arts blijkt dat cliënt niet op zoek gaat naar een uitgang of probeert om weg te lopen. Ook is er de afgelopen dagen geen sprake meer geweest van verbaal verzet, maar geeft cliënt in plaats daarvan aan dat zij graag in de instelling wil blijven. Dit betekent dat niet is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.E. Schotte, rechter, bijgestaan door B.M. Muller - Santana de Andrade als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.