Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer] ,
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De rechtbank oordeelde dat de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Finland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiser had eerder op 20 november 2023 al een asielaanvraag in Finland ingediend, en Nederland had op 7 juni 2024 een verzoek tot terugname naar Finland gestuurd, dat door de Finse autoriteiten was geaccepteerd.
Eiser voerde aan dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig was voorbereid en dat hij niet de kans had gekregen om inhoudelijk te reageren op het voorgenomen besluit. Hij verwees naar een artikel van Amnesty International en stelde dat Finland niet voldeed aan de Europese regelgeving met betrekking tot asielprocedures. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van ernstige tekortkomingen in het Finse asielsysteem en dat hij niet kon aantonen dat overdracht naar Finland zou leiden tot een schending van zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling was genomen en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om aan te tonen dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet van toepassing was in zijn geval, wat hij niet had gedaan. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.