ECLI:NL:RBDHA:2024:19419
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van de schone lei aan schuldenaar in de WSNP met betrekking tot onverdeelde nalatenschap
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in de bodemzaak van de heer [naam], die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) valt. De heer [naam] is op 23 april 2024 toegelaten tot de WSNP, met een eerdere ingangsdatum van 23 april 2023. Tijdens de looptijd van de WSNP heeft de bewindvoerder de onverdeelde nalatenschap van de heer [naam] onderzocht, waar hij één van de twaalf erfgenamen van is. De waarde van de erfenis, een stuk grond in Suriname, is vastgesteld op € 214.462,-. De heer [naam] heeft recht op een kindsdeel, maar de andere erfgenamen zijn niet bereid om het onroerend goed te verkopen of hem uit te kopen. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de kosten van het te gelde maken van de erfenis naar verwachting niet opwegen tegen de baten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam] niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de WSNP. Hierdoor kan hem de 'schone lei' worden verleend, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen niet meer op hem kunnen verhalen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het aan de rechter-commissaris is om te bepalen of de afwikkeling van de WSNP moet worden uitgesteld totdat de onverdeelde nalatenschap kan worden geliquideerd. De rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 3.108,75 en het vastrecht op € 768,-, voor zover de boedel toereikend is. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene die dat volgens de Faillissementswet mag.