ECLI:NL:RBDHA:2024:19274
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van de maatregel van bewaring in het kader van vreemdelingenrecht met betrekking tot Algerijnse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 8 oktober 2024, en de eiser had hiertegen beroep ingesteld, met een verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 21 november 2024 is gesloten. De eiser, geboren in 1999, heeft gesteld dat hij niet is gepresenteerd aan de Algerijnse autoriteiten, wat volgens hem leidt tot een patstelling en geen zicht op uitzetting. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eiser niet voldoende meewerkt aan zijn terugkeer en dat de vertraging in het proces voor zijn eigen rekening komt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds zicht is op uitzetting, ondanks het ontbreken van een reactie van de Algerijnse autoriteiten op de aanvraag voor een laissez-passer. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.