ECLI:NL:RBDHA:2024:19008

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
C/09/24/112 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met verzoek om eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP, wat is behandeld op de zitting van 11 november 2024. Tijdens deze zitting waren de verzoeker, zijn moeder, en schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de vereiste van te goeder trouw zijn bij het ontstaan van de schulden en de verwachting dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.

De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld. De verzoeker heeft verzocht om een eerdere ingangsdatum, meer dan achttien maanden voor de datum van het vonnis. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker gedurende de afgelopen achttien maanden aan zijn verplichtingen heeft voldaan en heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 18 mei 2023. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op vierentwintig maanden, te rekenen vanaf deze datum, en heeft de termijn verlengd met zes maanden vanwege de omstandigheden van de verzoeker.

Daarnaast is er een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen van de verzoeker. De rechtbank heeft ook bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen door deze uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken en is in overeenstemming met de geldende wetgeving en procedures voor de WSNP.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/112 R
vonnis van 18 november 2024
op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 11 november 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] , vergezeld door zijn moeder,
- mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2] , schuldhulpverleners van de gemeente Den Haag,
- de heer [naam 3] , beschermingsbewindvoerder bij A.A. Bewindvoering, t.h.o.d.n. Stabilum.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum looptijd van de WSNP
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7.
[verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op een datum meer dan achttien maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP [1] :
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Eventuele vrijstelling sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
[verzoeker] heeft in de periode van juni 2022 tot en met juli 2024 uit zijn inkomsten een bedrag van € 1.047,21 gespaard, inclusief het af te dragen deel van meer dan achttien maanden vakantiegeld. Dit bedrag is onderbouwd met onder meer Vtlbberekeningen voor dezelfde periode en stukken die ten grondslag liggen aan die berekeningen. Verder volgt uit de stukken en het besprokene op de zitting dat [verzoeker] volledig arbeidsongeschikt is verklaard en dat aan hem een Wajong-uitkering is toegekend. Ondanks de ongeschiktheid daartoe, verricht [verzoeker] af en toe toch betaald werk omdat hij graag bezig wil zijn.
2.11.
Vanwege de inhoud van de stukken en het besprokene op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat [verzoeker] gedurende ten minste achttien maanden heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting. Dit betekent dat de rechtbank bij het bepalen van een eerdere ingangsdatum zal uitgaan van achttien maanden.
2.12.
De rechtbank merkt ten slotte in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 1.047,21 niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei – kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.
Duur van de WSNP
2.13.
In de uitspraak van vandaag wordt, zoals de wet voorschrijft, ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toe te zien dat [verzoeker] de verplichtingen voortvloeiende uit de WSNP naleeft. De bewindvoerder heeft verdergaande (wettelijke) bevoegdheden dan de schuldhulpverlening. De taak van de bewindvoerder is voorts om de boedel van [verzoeker] te beheren en te vereffenen. De boedel omvat alles wat [verzoeker] nu heeft en wat hij tijdens de toepassing van de WSNP verkrijgt.
2.14.
In dit geval is de toepassing van de WSNP achttien maanden voor de uitspraak van vandaag ingegaan, namelijk op 18 mei 2023. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat [verzoeker] in die periode heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting.
2.15.
Binnen de WSNP heeft [verzoeker] ook andere verplichtingen, te weten de informatieverplichting en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. De rechtbank kan niet beoordelen in hoeverre aan die verplichtingen is voldaan. De bewindvoerder moet zoals voorgaand aangegeven, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toezien dat die verplichtingen worden nagekomen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op [verzoeker] van toepassing verklaren van de WSNP. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. Dat brengt mee dat [verzoeker] in de voorgaande periode niet aan alle uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen heeft kunnen voldoen. Om die reden zal de rechtbank de termijn van de WSNP verlengen met zes maanden, zodat de resterende periode van de WSNP vanaf de uitspraak van vandaag in totaal zes maanden bedraagt.
2.16.
Omdat [verzoeker] al wel gedurende ten minste achttien maanden heeft voldaan aan zijn inspannings- en afdrachtverplichting, is hij vanaf de datum van vandaag niet meer verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en zijn inkomsten boven het Vtlb af te dragen aan de boedel. Alle overige verplichtingen blijven gedurende de resterende duur van de WSNP bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat [verzoeker] heeft en gedurende de resterende periode van de WSNP verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op vierentwintig maanden, te rekenen vanaf
18 mei 2023;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:
A. Noordzij ( Adam & Noordzij Bewindvoering),
postbus 7441, 3284 ZG Zuid-Beijerland;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 november 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.