Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van mevrouw Nadia [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevond. Mevrouw [verzoekster] had een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, ondanks dat het minnelijk traject niet volledig was doorlopen. De rechtbank oordeelde dat door omstandigheden, waaronder ernstige psychische klachten van mevrouw [verzoekster], het onmogelijk was om tot een buitengerechtelijke schuldenregeling te komen. Mevrouw [verzoekster] had zich op 2 februari 2024 gemeld voor schuldhulpverlening en was sinds 14 mei 2024 onder bewind gesteld. De rechtbank constateerde dat er een zichtbare positieve ontwikkeling was in de situatie van mevrouw [verzoekster], wat aanleiding gaf om de hardheidsclausule toe te passen. De rechtbank benoemde mr. L. Mundt als rechter-commissaris en stelde de termijn van de WSNP vast op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. De rechtbank benadrukte dat alle verplichtingen die voortvloeien uit de WSNP in het WSNP-informatieboekje zijn beschreven, en dat de post gedurende de eerste dertien maanden naar de bewindvoerder zal gaan. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken op 7 november 2024.