ECLI:NL:RBDHA:2024:18821
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om overbrenging van eiser uit Afghanistan - Afwijzing van het verzoek om overbrenging naar Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 5 november 2024, wordt het beroep van eiser, een bewaker die voor de Nederlandse strijdkrachten in Afghanistan heeft gewerkt, tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland behandeld. Eiser had zijn verzoek om overbrenging op 24 februari 2022 ingediend, maar verweerder, de Minister van Buitenlandse Zaken, heeft dit verzoek afgewezen op basis van het feit dat eiser niet voor overbrenging in aanmerking komt. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek door verweerder terecht is, omdat eiser niet valt onder de groepen die in de Kamerbrief van 11 oktober 2021 zijn genoemd. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit niet goed gemotiveerd is, maar dat verweerder in redelijkheid het verzoek heeft kunnen afwijzen. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd dat zijn situatie vergelijkbaar is met die van andere bewakers die wel zijn overgebracht. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten.