ECLI:NL:RBDHA:2024:18578

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
NL23.36716
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake asielaanvraag van een homoseksuele man uit Sierra Leone

In deze tussenuitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een man van Sierra Leoonse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op basis van zijn homoseksuele gerichtheid en de problemen die hij in zijn land van herkomst heeft ondervonden. De rechtbank constateert dat de ongeloofwaardigheid van eisers homoseksuele gerichtheid niet op alle punten voldoende gemotiveerd is door verweerder. De rechtbank oordeelt dat de minister opnieuw moet beoordelen of de homoseksuele gerichtheid van eiser geloofwaardig is en in hoeverre de ongeloofwaardigheid van de gestelde problemen nog relevant is voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank geeft verweerder een termijn van zes weken om deze beoordeling te maken, met de mogelijkheid voor eiser om binnen vier weken te reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.36716

tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser

(gemachtigde: mr. L.J.H. Hoven-Kohl),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
(gemachtigde: mr. A. Dijcks).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag van 24 december 2020. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 6 november 2023 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en eiser heeft daarna nog een aanvullend stuk (een verklaring van zijn werkgever) ingediend.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 15 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, O. Jobe als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of verweerder de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eiser heeft aangevoerd, de beroepsgronden. Voor zover eiser in beroep heeft verwezen naar de zienswijze en verder niet nader heeft geconcretiseerd op welke punten de motivering van het bestreden besluit ontoereikend is, kan die verwijzing in beroep niet tot vernietiging van het bestreden besluit leiden.
Het asielrelaas
3. Eiser, van Sierra Leoonse nationaliteit en geboren op [geboortedatum] 1987, heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en daardoor problemen in zijn land van herkomst heeft ondervonden. Toen hij 14 jaar was en hij nog met zijn ouders in Guinee woonde, heeft hij ontdekt dat hij over jongens droomde. Hij heeft dit toen aan zijn moeder verteld. In 2003 woonden zij weer in Sierra Leone en toen heeft zijn moeder aan zijn vader verteld dat eiser over jongens droomde. Zijn vader heeft toen gezegd dat dit verboden was en heeft eiser en zijn moeder geslagen. Eisers vader heeft eiser in 2003 ingeschreven op een islamitische school, waar eiser bevriend en verliefd raakte op [naam], zijn beste vriend. Eisers ouders hebben [naam] en eiser in 2008 zoenend betrapt in het ouderlijk huis, tijdens de bruiloft van eisers zus. Eiser moest vervolgens naar de marabout om zich te laten reinigen, en hij werd door zijn vader geslagen en door zijn familie buitengesloten. In 2010 moest eiser van zijn vader met een vrouw trouwen. Eiser heeft echter ook zijn relatie met [naam] in het geheim doorgezet. Toen eisers vader het telefoonnummer van [naam] bij eiser vond, moest eiser weer naar de marabout. In 2016 zijn eiser en [naam] in het huurhuis van eiser betrapt door de vrouw van de huisbaas en andere bewoners, terwijl zij seks hadden met de deur open. Eiser is toen geslagen en is vervolgens op zijn brommer gevlucht naar zijn oom. Toen die oom eisers vader aan de telefoon had, hoorde hij dat eiser werd gezocht door de politie. Daarom heeft eiser Sierra Leone verlaten en is hij gevlucht naar het buitenland en is hij, via Italië, in Nederland terechtgekomen.
4. Het asielrelaas bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1). identiteit, nationaliteit en herkomst;
2). homoseksuele gerichtheid;
3). problemen door homoseksuele gerichtheid.
4.1.
Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig maar zijn seksuele gerichtheid en de daaruit volgende problemen niet, omdat verweerder eisers verklaringen over de bewustwording en acceptatie van zijn seksuele gerichtheid vaag en tegenstrijdig vindt. Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat eisers verklaringen over gevoelens en emoties niet overeenkomen met zijn handelswijze. Zo heeft eiser verklaard dat hij uiterst voorzichtig moest zijn en alles in het geheim deed en dat de gevolgen van het bekend worden van zijn homoseksualiteit zeer ernstig zouden zijn en dat hij zelfs zelfmoord zou overwegen. Maar tegelijkertijd heeft hij verklaard dat zijn familie al wist van zijn homoseksuele gerichtheid. Eiser ontmoette [naam] in het openbaar, zoende met hem in het huis van zijn ouders, zag hem tijdens de vakanties en had negen jaar een relatie met hem en vrijde met hem zonder de deur op slot te doen. Eiser nam in beide gevallen volgens verweerder grote risico’s door met [naam] te zoenen in huis of door in 2016 met hem te vrijen terwijl de deur niet op slot was en dat komt niet overeen met de verklaringen van eiser dat hij bang was om betrapt te worden. Verder stelt verweerder zich op het standpunt dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over zijn religie. Ook eisers verklaringen over de relatie met [naam] volgt verweerder niet. Verweerder vindt eisers verklaringen over [naam] summier en niet diepgaand. Aan de brieven van het COC en de foto’s die eiser heeft ingebracht, kan volgens verweerder niet de waarde worden gehecht die eiser zou willen, omdat die brieven en foto’s zijn homoseksuele gerichtheid niet aantonen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat er bij de weging en conclusies rekening is gehouden met eisers referentiekader. Het is aan eiser om zijn homoseksuele gerichtheid aannemelijk te maken en het zwaartepunt ligt bij eisers verklaringen. Hij is er volgens verweerder met zijn verklaringen niet in geslaagd om zijn homoseksuele gerichtheid aannemelijk te maken. Verweerder stelt zich voorts op het standpunt dat eisers verklaringen over zijn eerste betrapping in 2008 en de tweede betrapping in 2016 ongeloofwaardig zijn. Verder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade. Verweerder komt daarom tot het oordeel dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel [1] .
Het standpunt van eiser
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit. Eiser verwijst allereerst naar de door hem ingediende zienswijze. Hij stelt zich – samengevat - in beroep op het standpunt dat verweerder zijn homoseksuele gerichtheid en de problemen door zijn homoseksuele gerichtheid ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat van vage en tegenstrijdige verklaringen over de bewustwording en acceptatie van zijn seksuele gerichtheid geen is sprake en dat hij, anders dan verweerder stelt, niet summier heeft verklaard over zijn gevoelens. Eiser heeft wel inzicht gegeven in zijn gevoelens en het bewustwordings- en acceptatieproces: hij was verward en dacht dat hij mogelijk ziek was, nu dat het beeld vanuit de maatschappij is en gezien de reactie van zijn moeder. Dat was volledig anders dan wat hij zelf voelde. Verder voert eiser aan dat hij het onbegrijpelijk vindt dat verweerder stelt dat zijn verklaringen over gevoelens en emoties niet overeen komen met zijn handelswijze. Eiser heeft met zijn verklaringen voldoende inzicht geven in hoe de situatie voor hem was. Hij heeft ook over suïcide-gedachten gesproken en uitgelegd waarom hij daar niet toe is gekomen. Ook heeft eiser uitgelegd dat hij zoveel mogelijk weg was van zijn ouderlijk huis, ook toen hij met zijn vrouw Victoria getrouwd was. Eiser had werk, inkomen en hij kon een plek elders huren. Verweerder heeft onvoldoende waarde geschonken aan zijn gedwongen huwelijk en het verwekken van 2 kinderen. Daarmee werd ‘de schone schijn’ naar de buitenwereld opgehouden en nam de sociale druk op de familie af. Er was geen sprake van onverantwoord risicovol gedrag. Eiser ontmoette [naam] in het openbaar, maar niet als koppel en niet in de buurt van het ouderlijk huis. Ze gingen dan op in een grotere groep, zodat het niet opviel. Zij waren weliswaar bang om ontdekt te worden, maar soms was het gevoel (ze waren jong en verliefd) groter was dan het verstand. Met betrekking tot de eerste betrapping in 2008 voert eiser aan dat het niet zomaar een plek was waar door hen gezoend werd, maar het was binnen in een kamer, terwijl verder iedereen buiten was. Eiser hoefde niet te verwachten dat zijn vader naar binnen zou komen. Met betrekking tot de tweede betrapping in 2016 voert eiser nog aan dat verweerder er ten onrechte aan voorbij gaat dat eiser het huisje huurde in de buurt van waar hij werkte en dat hij om die reden weg kon blijven van het ouderlijk huis. Het was heel ongebruikelijk dat er zo maar iemand binnenkwam. Verder heeft eiser uitgelegd dat als hij de deur wel op slot had gedaan, dat juist zou zijn opgevallen. Het geluid van de tv stond aan, zodat het zou lijken dat hij tv keek, mocht er iemand voorbij lopen. Hij is na de betrapping geslagen en is weg kunnen komen door hard weg te rennen en er toen met de brommer
vandoor te gaan. Eiser heeft na de tweede betrapping maar beperkt (via zijn zus) navraag naar [naam] kunnen doen. Ten aanzien van het niet meer praktiseren van de islam, voert eiser aan dat hij op dit punt wat tijd nodig had om openlijk te erkennen dat hij niet meer praktiseert. Verder voert eiser aan dat hij, zeker gelet op de context en ook op de achtergrond van eiser, niet vaag en afdoende diepgaand heeft verklaard. Dat eiser intussen beter in staat is over zijn geaardheid en gevoelens te praten, maakt niet dat hij dit met terugwerkende kracht kan doen om vervolgens bij verweerder hierover meer te kunnen verklaren. Uit zijn verklaringen volgt dat hij een relatie had met [naam] en ook hoe hij deze relatie kon onderhouden, ondanks de beperkingen die er waren. De brieven van het COC en de foto’s die eiser heeft ingebracht, ondersteunen zijn relaas en verweerder heeft hier onnodig achterdochtig op gereageerd. Bovendien gebruikt verweerder de informatie van het COC dubbel: aan de ene kant door het argument te gebruiken dat eiser door het bijwonen van de bijeenkomsten bij het COC beter heeft leren praten over zijn homoseksuele gevoelens, terwijl zij anderzijds weigeren om de informatie van het COC als steunend voor het asielrelaas van eiser te zien. Eiser meent dat hij zijn problemen door zijn homoseksuele gerichtheid aannemelijk heeft gemaakt en dat het bestreden besluit ondeugdelijk is gemotiveerd.
Heeft verweerder eisers asielaanvraag terecht afgewezen?
Homoseksuele gerichtheid
Zijn eisers verklaringen over bewustwording en acceptatie vaag en tegenstrijdig?
6. Eiser voert (kort gezegd) aan dat hij niet vaag en tegenstrijdig heeft verklaard over zijn bewustwording en acceptatie van zijn seksuele gerichtheid. Hij stelt dat hij wel degelijk uitgebreid heeft verklaard over hij zich voelde en hoe hij zijn geaardheid heeft geaccepteerd en hij inzicht heeft gegeven in zijn gevoelens en het bewustwordings- en acceptatieproces.
7. De rechtbank overweegt hierover allereerst dat eiser tijdens het nader gehoor het proces heeft beschreven dat heeft geleid tot de acceptatie van zijn homoseksuele geaardheid. Eiser heeft verklaard dat hij veertien jaar oud was toen hij iets aan zichzelf merkte. Hij werd blij als hij met jongens speelde. Als hij met meisjes speelde werd hij niet vrolijk. Hij merkte ook dat hij erg blij werd als hij een naakte jongen zag. Hij ging naar zijn moeder en vertelde dit aan haar. Hij vroeg haar of hij misschien ziek was. Zij vertelde hem dat hij dat niet mocht zeggen, want dan was hij ziek. Zij werd heel bang. Eiser mocht het niet tegen zijn vader zeggen. In 2003 heeft zijn moeder hem gevraagd hoe het met eiser ging en hoe het met zijn ziekte ging. Hij heeft haar toen verteld dat hij nog steeds van jongens droomde en vrolijk werd als hij jongens ziet. Zijn moeder dacht dat het beter was om het zijn vader te vertellen en deed dat vervolgens. Zijn vader werd erg boos en heeft eiser en zijn moeder geslagen en mishandeld. Daarna volgde een familiegesprek, waarin vader heeft gezegd dat dit soort gevoelens niet is toegestaan binnen hun religie. Eiser moest naar de marabout om gereinigd te worden. En eiser mocht verder met niemand meer over deze gevoelens praten. Op een dag heeft hij het zijn beste vriend op school verteld. Die bleek ook uiteindelijk over jongens te dromen.
7.1.
Tijdens het aanvullend gehoor heeft eiser verklaard dat alle jongens met wie hij was, alleen maar over meisjes praatten, maar zijn gedachten gingen over jongens. Dat vond hij dus raar en daarom vroeg hij aan zijn moeder waarom hij deze dingen van mannen in zijn hoofd had. Hij voelde zich anders dan andere jongens. Meisjes interesseerden hem niet. Hij vond jongens leuk. En hij begreep niet waarom de jongens over meisjes spraken. Hij had deze gevoelens voor jongens nog voordat hij hoorde dat het “slecht” was. Hij dacht in eerste instantie ‘het kan gebeuren’. Dus ging hij zichzelf vragen stellen, zoals “waarom gebeurt dit met mij?” “Hoe ga ik dit vertellen?” “Hoe gaan zij reageren?” “Gaat mijn moeder me verraden naar mijn vader toe”. Eerst durfde hij het zijn moeder niet te vertellen, maar omdat zij zei dat hij altijd bij haar terecht kon, en omdat zijn gevoelens ook alleen maar meer en meer werden voor mannen en jongens, heeft hij haar om uitleg gevraagd. Hij dacht eerst dat deze gevoelens vanzelf zouden overgaan, ook toen zijn moeder zei dat het niet mocht. Maar het was constant: hij dacht alleen maar aan jongens en nooit aan meisjes. Er is geen moment geweest waarop hij van zijn homoseksuele gevoelens af wilde komen. Zijn gedachtes waren altijd gericht op jongens en dat gevoel bleef hangen. Hij was wel heel bang, want hij wist dat als hij zich zou uitten, de maatschappij hem zou doden en mishandelen om deze gevoelens. Dat was wel pijnlijk en moeilijk. Hij moest zijn geaardheid verbergen, omdat het strafbaar is. Hij heeft dat leven geaccepteerd, omdat hij bang was voor de omgeving. Maar binnen in hem accepteerde hij niet dat hij zo’n leven zou leiden. Het was erg pijnlijk om niet geaccepteerd te worden, door iets waar hij zelf niet voor gekozen heeft en waar hij niet om gevraagd heeft. Hij vond het ook erg dat zijn eigen familie hem niet accepteerde en dat hij niet zomaar hand in hand kon lopen.
7.2.
De rechtbank overweegt verder dat eiser op een aantal momenten tijdens het nader en aanvullend gehoor heeft beschreven hoe hij zich voelde gedurende het proces van de ontdekking en acceptatie van zijn seksuele gerichtheid. Eiser heeft verklaard dat hij circa veertien jaar oud was toen hij zich realiseerde dat hij op mannen viel. Hij zag hij dat andere jongens wel over meisjes praatten; maar hij was hier helemaal niet in geïnteresseerd. Hij vroeg zich af waarom hij deze gevoelens had en of er iets mis met hem was. Hij voelde zich vreemd en raar en schaamde zich en hij was bezorgd / in de war. Hij heeft toegelicht waar dat gevoel vandaan kwam: hij ontdekte dat hij blij werd van jongens. Hij hield zijn geaardheid (op zijn moeder na) geheim en dit deed hem pijn. Het deed hem ook pijn dat zijn ouders hem niet accepteerden zoals hij was. Hij vond het niet leuk en het was oneerlijk om niet te kunnen laten zien wie hij was. Hij vond het moeilijk om er niet over te kunnen en mogen praten. Hij voelde zich niet geliefd en voelde dat zijn ouders kennelijk niet van hem hielden. Dat voelde alsof hij geen familie meer had.
8. De rechtbank stelt vast dat eiser in de gehoren uitgebreid heeft verklaard over zijn ontdekking, bewustwording en acceptatie van zijn homoseksuele gerichtheid. Verweerder werpt eiser tegen dat hij vage en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd daarover. Daar heeft verweerder in het voornemen en in het bestreden besluit een motivering voor gegeven en dat toegelicht aan de hand van de verklaringen waar verweerder dat op heeft gebaseerd. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat alles wat verweerder tegenstrijdig en vaag vindt aan eisers verklaringen in het bestreden besluit staat. Daarop gaat de rechtbank hierna in.
8.1.
De rechtbank constateert allereest dat eiser niet is tegengeworpen dat hij summier of onvoldoende diepgaand heeft verklaard hierover dan wel onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn gevoelens en het proces. Dat is niet toegelicht in de besluitvorming, zodat verweerder kennelijk vindt dat eiser in die zin voldoende heeft verklaard. Verweerder werpt eiser alleen enkele concrete verklaringen tegen, omdat verweerder vindt dat deze vaag en tegenstrijdig zijn. Daarover overweegt de rechtbank het volgende.
8.2.
Verweerder merkt het als vaag aan dat eiser enerzijds verklaart dat zijn beeld was dat een man bij een vrouw hoorde omdat dit het enige was wat hij kende, maar anderzijds dat hij het vreemd vond dat zijn vrienden het over meisjes hadden. De rechtbank volgt dit niet. Verweerder beoordeelt dit namelijk via de algemene norm dat ‘een man bij een vrouw hoort’ en dat eiser deze ook kende. Maar eiser verklaart hier over zijn eigen perspectief: hij vond het vreemd dat zijn vrienden het over meisjes hadden, terwijl hij alleen over jongens dacht en hij zich daarom anders voelde. [2] Dat eiser daarnaast de algemene norm kende als zijn beeld, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat daarom moet worden gezegd dat eiser hier vaag heeft verklaard.
8.3.
Verder merkt verweerder het als tegenstrijdig aan dat eiser enerzijds zegt de overtuiging te hebben gehad dat zijn gevoelens voor mannen over zouden gaan en dat het slechts een ziekte was die voorbij zou gaan, terwijl hij anderzijds heeft verklaard dat er nooit een moment is geweest dat eiser van zijn homoseksuele gevoelens af wilde komen en hij zijn seksuele gerichtheid direct heeft geaccepteerd toen hij zich hiervan bewust werd. Verweerder ziet niet in hoe het denken dat eiser ziek en in de war was in verhouding staat met zijn verklaring dat hij zijn homoseksuele gerichtheid meteen heeft geaccepteerd. De rechtbank overweegt hierover dat het niet zonder meer tegenstrijdig is dat eiser verklaart dat hij dacht ‘dat het vanzelf over of voorbij zou gaan’ en daarnaast verklaart dat ‘er geen moment is geweest dat hij van zijn homoseksuele gevoelens af wilde komen’. Eiser heeft namelijk omschreven wat het met hem deed, hoe hij over zijn homoseksuele gevoelens dacht en wat zijn moeder hem daarover vertelde. Maar daaruit kan niet worden afgeleid dat hij daarmee ook heeft bedoeld dat hij zelf (actief) van die gevoelens wilde afkomen, zoals verweerder lijkt te doen. Dat valt ook uit de rest van de gehoren niet op te maken. De rechtbank ziet niet in waarom het in die hele context als tegenstrijdig moet worden aangemerkt dat eiser verklaart dat hij (passief) dacht dat het vanzelf zou overgaan en tegelijkertijd op de ene vraag ‘
of er een moment is geweest dat hij van die gevoelens wilde afkomen’met ‘nee’ antwoordt. Het enkele antwoord op die ene gesloten vraag is in het licht van de overige uitgebreide verklaringen van eiser daarvoor niet genoeg. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat eiser ook de gesloten vraag is gesteld “
Begrijp ik goed dat u uw geaardheid direct hebt geaccepteerd nadat u dit ontdekte bij uzelf?” die hij met ‘ja’ heeft beantwoord. [3] Daarbij is eiser het woord ‘direct’ in feite in de mond gelegd, terwijl dat in de rest van de verklaringen niet (ook niet impliciet) terugkomt. Mede gelet op de inhoud en context van wat eiser verder uitgebreid heeft verklaard over zijn gedachten en gevoelens, kan verweerder op dit enkele antwoord ook niet baseren dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard. Bovendien is het voor de rechtbank niet zonder meer duidelijk waarom het tegenstrijdig is dat eiser enerzijds verklaard dat ‘het vanzelf zou overgaan’ en anderzijds verklaart dat hij ‘het heeft geaccepteerd’. Als gezegd kan uit de gehoren namelijk (juist) niet worden afgeleid dat hij heeft verklaard dat hij zelf (actief) van zijn homoseksuele gevoelens af wilde komen en hij die (dus) niet accepteerde. Dat is een invulling die verweerder daar kennelijk aan geeft die de rechtbank niet kan afleiden uit (het geheel van) de verklaringen van eiser.
8.4.
Andere vage of tegenstrijdige verklaringen heeft verweerder niet tegengeworpen of concreet gemaakt dan wel toegelicht in de besluitvorming. Verweerder heeft zich daarom onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiser over zijn bewustwording en acceptatie van zijn seksuele gerichtheid vage en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd.
Komen eisers verklaringen over gevoelens en emoties niet overeen met zijn handelswijze?
9. Volgens verweerder is ook eisers handelswijze niet in overeenstemming met zijn verklaring dat hij uiterst voorzichtig moest zijn, dat hij alles in het geheim deed en dat de gevolgen van het bekend worden van zijn homoseksualiteit zeer ernstig zouden zijn. Hij heeft vaag verklaard over het mogelijk plegen van zelfmoord. Volgens verweerder heeft eiser namelijk verklaard dat hij, als zijn familie achter zijn homoseksuele gerichtheid zou komen, zelfmoord zou plegen, maar zijn hele familie (ouders, grote zus, tante/stiefmoeder, oom, broer en eisers vrouw) wist al van zijn homoseksuele gerichtheid. Daarnaast ontmoette eiser [naam] in het openbaar, zoende hij met hem tijdens de voorbereidingen van een huwelijksfeest waar eisers familie aanwezig was, zag hij [naam] tijdens de vakanties, had hij negen jaar een relatie met hem en vrijde hij met hem zonder de deur op slot te doen.
9.1.
De rechtbank stelt allereerst vast dat in het dossier niet terug is te vinden dat eiser heeft verklaard dat hij zelfmoord zou plegen als zijn familie achter zijn homoseksualiteit zou komen. Verweerder kon op de zitting ook niet aanwijzen waar hij dat heeft verklaard. Verder overweegt de rechtbank dat uit al eisers verklaringen ook niet kan worden afgeleid dat dit de reden was dat hij zelfmoord zou willen plegen. Eiser heeft daarover in het nader gehoor [4] verklaard dat de reden waarom hij zichzelf wilde vermoorden erin was gelegen dat hij werd buitengesloten binnen de familie en hij op dat moment niet welkom was. Daarom wilde hij dat aan zijn leven een einde zou komen. Zijn familie heeft hem niet gesteund dat hij ‘gay’ is en dat is de reden dat hij zelfmoord wilde plegen. Eiser werd gedwongen om te trouwen en om kinderen te krijgen en hij ervaarde veel stress hierover en druk vanuit zijn vrouw en familie. Daarmee verklaart eiser juist dat zijn familie wist van zijn homoseksuele gerichtheid. Het lijkt eiser er dan ook om te gaan hoe zijn familie vervolgens daarmee (en met hem) omging. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de rechtbank om die reden onvoldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiser vaag heeft verklaard over (de redenen voor) het overwegen van zelfmoord en dat zijn verklaringen over zijn gevoelens en emoties op dit punt niet met zijn handelswijze overeen komen.
9.2.
Dat eiser ook heeft verklaard in het geheim een relatie met [naam] te hebben gehad en hem zag in vakanties is naar het oordeel van de rechtbank – los van de geloofwaardigheid daarvan – niet zonder meer in strijd met wat eiser heeft verklaard over zijn gevoelens en zijn emoties over (de voorzichtigheid over) zijn homoseksualiteit. Door dat eiser tegen te werpen wordt namelijk geïmpliceerd dat hij geen relatie kan of mag hebben die geheim moet blijven vanwege de mogelijke gevolgen van een ontdekking en zijn angst daarvoor. Verklaren over een angst op ontdekking en ook over een geheime relatie sluit elkaar naar het oordeel van de rechtbank echter niet uit. Integendeel, zou zelfs kunnen worden gezegd. De rechtbank vindt dan ook dat dit niet op deze manier kan worden gemotiveerd. Eiser kan daarom niet worden tegengeworpen dat het niet overeenkomt met zijn verklaringen over zijn angst om betrapt te worden wanneer hij tegelijkertijd verklaart over een geheime relatie.
9.3.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat verweerder wel eisers verklaringen over de 2 betrappingen ongeloofwaardig kon vinden in combinatie met zijn verklaringen over de angst op betrapping. Verweerder kon onaannemelijk vinden dat eiser en [naam] in 2008 zouden zoenen op een plek waar veel familie aanwezig was en met de deur open, waardoor er een grote kans was betrapt te worden. Daarbij kon verweerder betrekken dat homoseksualiteit niet was toegestaan en dat eiser heeft verklaard bang te zijn voor zijn strenge vader. Verder heeft verweerder kunnen overwegen dat niet wordt ingezien waarom eiser verwachtte dat andere familieleden niet (ook) naar binnen zouden komen (om spullen te halen), aangezien eiser daarover enkel heeft verklaard dat hij zelf naar binnen ging om spullen te halen. Over de tweede betrapping (in 2016) kon verweerder zich op het standpunt stellen dat niet te volgen is dat eiser het risico heeft genomen door (in het geheim) seks te hebben met [naam] in een door hem gehuurde woning waarvan de deur niet dicht was / niet dicht mocht (en er dus weinig privacy was), terwijl ze bang waren betrapt te worden (wat al eerder is gebeurd) omdat homoseksualiteit in Sierra Leone niet is toegestaan. De rechtbank volgt verweerder er in dat eisers gedrag op dit punt niet overeenkomt met zijn verklaring dat hij juist bang was om betrapt te worden. Daar doet zijn verklaring hierover, namelijk dat het gebruikelijk is dat de deur open is omdat men er anders wat van gaat denken, niet aan af. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser daarmee een (te) groot risico heeft genomen en dat zijn verklaringen op dit punt niet rijmen met zijn verklaring dat hij altijd voorzichtig is geweest.
Zijn eisers verklaringen over zijn religie tegenstrijdig?
10. Volgens verweerder heeft eiser tegenstrijdig verklaard over zijn geloof, wat afbreuk doet aan de algehele geloofwaardigheid van eisers verklaringen. Verweerder volgt eiser er weliswaar in dat hij bij het aanmeldgehoor Dublin en het aanmeldgehoor van 3 januari 2021 nog niet zover was dat hij open en vrij over zijn gevoelens en standpunten kon verklaren, maar volgt niet dat eiser toen niet open over zijn religie kon zijn. Bovendien stelt verweerder dat eiser in Italië wel heeft verteld dat hij op mannen viel en dat dit de reden is geweest dat hij weg is gegaan uit Italië, omdat ze daar niet zo open waren. Volgens verweerder valt niet in te zien waarom eiser in Italië al wel over zijn homoseksualiteit kon verklaren, maar in Nederland niet kon verklaren dat hij geen moslim meer is. De rechtbank stelt over dit laatste echter vast dat eiser tijdens het aanvullend gehoor heeft verklaard [5] dat hij in Italië niet openlijk zijn homoseksualiteit heeft geuit. Hij heeft dit wel verteld aan een mevrouw van een stichting die mensen helpt (Astro Labio), maar niet in het kader van zijn asielaanvraag aan de Italiaanse autoriteiten. In zoverre deelt de rechtbank het standpunt van verweerder dus niet. De rechtbank volgt verweerder wel in het standpunt dat eiser over zijn religie anders en tegenstrijdig heeft verklaard in de verschillende gehoren. Verweerder kon daarover overwegen dat het feit dat hij toen nog niet open en vrij over zijn homoseksualiteit kon praten niet verklaart waarom hij niet open over zijn religie kon zijn. In de beide gehoren is namelijk alleen gevraagd naar eisers religie en of hij zijn religie praktiseert; niet naar de reden waarom hij wel of niet gelooft. Tijdens het nader gehoor en aanvullend gehoor heeft eiser vervolgens heel anders verklaard over zijn religie, namelijk dat hij allang was gestopt met het praktiseren daarvan, waarbij hij dat koppelt aan zijn verklaring dat hij homoseksueel is en homoseksualiteit binnen de Islam niet is toegestaan. Daarbij kon verweerder betrekken dat niet wordt gevolgd dat eiser enerzijds verklaart dat zijn vader imam is (heel conservatief en streng), maar anderzijds verklaart dat hij stopte met de moskee bezoeken toen hij erachter kwam dat homoseksualiteit binnen de Islam verboden was. Verweerder kon zich daarom op het standpunt stellen dat die tegenstrijdigheid afbreuk doet aan de gehele geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser over zijn homoseksuele gerichtheid.
Kunnen eisers verklaringen over de relatie met [naam] gevolgd worden?
11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser vaag, summier en niet diepgaand heeft verklaard over zijn relatie met [naam]. Verweerder heeft er op kunnen wijzen dat eisers verklaringen over de gestelde relatie met [naam], die in totaal negen jaar zou hebben geduurd en zich bovendien ook nog in het geheim afspeelde omdat homoseksualiteit daar niet werd geaccepteerd, niet de diepte ingaan en dat eiser er niet in is geslaagd meer over de persoonlijkheid van [naam] te vertellen. Eiser heeft voornamelijk uiterlijke kenmerken van [naam] benoemd en zijn verklaringen gaan vooral over de periode dat [naam] en hij op school zaten. Dat is de beginperiode. Verweerder verwacht terecht dat eiser meer over (zijn relatie met) [naam] kan verklaren, ook nu hij heeft verklaard dat hij bij het COC heeft leren te praten over zijn homoseksuele gerichtheid. Verweerder heeft zich ook niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eisers verklaringen geen inzicht geven in en diepgang missen over hoe zij de relatie negen jaar verborgen hebben kunnen houden, terwijl zij in 2008 al een keer betrapt waren. Ook heeft verweerder hierbij kunnen betrekken dat vaag is gebleven wanneer en hoe vaak eiser en [naam] elkaar zagen, gezien de reisafstand tussen Freetown (waar [naam] woonde) en Kania / Sefadu (waar eiser woonde).
De brieven van het COC en eisers foto’s
12. Over de brieven van het COC, de lidmaatschapskaart van Rainbow Den Haag en de foto’s heeft verweerder gesteld dat niet wordt betwist dat eiser naar bijeenkomsten gaat, maar ook dat deze informatie niet eisers homoseksualiteit aantonen. De rechtbank is dat weliswaar met verweerder eens, maar overweegt daarbij ook dat eisers verklaringen over zijn gestelde seksuele gerichtheid daarin wel steun kunnen vinden.
Kennis van de LHBTI-situatie in Sierra Leone en in Nederland
13. De rechtbank stelt vast dat dit eiser niet wordt tegengeworpen. Partijen zijn hierover niet langer verdeeld, zo is ter zitting toegelicht, zodat de rechtbank zich hierover verder niet hoeft uit te laten.
Tussenconclusie over de gestelde homoseksuele gerichtheid
14. De rechtbank volgt verweerder dus niet in alle onderdelen van de motivering van de ongeloofwaardigheid van eisers gestelde homoseksuele gerichtheid.
Problemen door homoseksuele gerichtheid
15. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser niet geloofwaardig heeft verklaard over de twee betrappingen die hij stelt meegemaakt te hebben.
15.1.
Over de eerste betrapping in 2008 (zoen op de bruiloft van zijn zus) is de rechtbank van oordeel verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat zijn verklaring hierover ongeloofwaardig is. De rechtbank verwijst daarvoor naar wat daarover in (het eerste deel van) rechtsoverweging 9.3 is overwogen.
15.2.
Ook over de tweede betrapping (in 2016) heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eisers verklaringen daarover ongeloofwaardig zijn. Verweerder heeft hierbij mogen betrekken dat eiser heeft verklaard dat hij in 2016 een huisje heeft gehuurd in Kania, op anderhalf uur loopafstand van de woning waar zijn vrouw en kinderen en zijn ouders woonden. Eiser heeft verklaard dat hij daar soms wel en soms niet sliep en later heeft eiser zelfs verklaard dat hij definitief naar deze woning was vertrokken. Deze verklaringen komen niet overeen, ook niet met de verklaring van eiser in het aanmeldgehoor dat zijn laatste verblijfsplaats voor vertrek bij zijn vrouw en kinderen was. Verweerder kon daarbij overwegen dat dit verschil niet wordt verklaard doordat het volgens eiser begrijpelijk is dat hij zo min mogelijk thuis kwam. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat, alhoewel eiser destijds volwassen was en een huisje kon huren zonder toestemming van zijn vader, het vreemd is dat eiser (die dus bij zijn ouders en vrouw en kinderen woonde) al die tijd niet gemist werd. Daarnaast kon verweerder er op wijzen dat eiser, na het huren van de kamer in 2012, zonder problemen weer terug kon naar zijn ouders terwijl hij ook heeft verklaard dat zijn ouders zijn homoseksuele gerichtheid niet accepteerden. Ook heeft verweerder zich op het standpunt mogen stellen dat niet duidelijk is waar, hoe vaak en wanneer eiser en [naam] elkaar daar zagen. Verweerder kon overwegen dat niet wordt gevolgd dat eiser de mogelijkheid had om jarenlang met [naam] af te kunnen spreken zonder gezien te worden en dat onduidelijk is gebleven hoe hij dit verborgen heeft kunnen houden. Verweerder heeft zich ook op het standpunt kunnen stellen dat de omstandigheden en gedragingen waarover eiser heeft verklaard en die leidden tot de tweede betrapping in 2016 zo risicovol waren dat niet valt in te zien waarom eiser (opnieuw en met de deur open) dit risico op betrapping zou nemen (zie ook rechtsoverweging 9.3). Verweerder kon daarover overwegen dat dit zijn verklaringen hierover ongeloofwaardig maakt. Verweerder heeft hierbij mogen betrekken dat de enkele verklaring dat het niet gebruikelijk is dat mensen zomaar binnenkomen als de deur open staat onvoldoende is en dat eiser een groot risico heeft genomen om niet alleen met een open deur maar ook met geluid te vrijen met [naam].
15.3.
Met betrekking tot de ontsnapping na de tweede ontdekking heeft verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat die omstandigheden niet duidelijk zijn. Ter zitting is besproken dat eiser heeft verklaard dat hij ontsnapt is, naar de motor rende, op een knopje drukte en wegging en dat mensen opzij gingen want er werd ‘politie’ geroepen. Verweerder heeft daarna dit punt ter zitting laten vallen.
15.4.
Ten slotte volgt de rechtbank verweerder in het standpunt dat niet te volgen is dat eiser, die negen jaar in het geheim een relatie zegt te hebben gehad met [naam], na de gestelde betrapping in 2016 nooit meer contact met hem heeft gehad. Verweerder kon daarbij betrekken dat hij heeft verklaard dat hij alleen bij zijn zus navraag heeft gedaan en hij niet verder geprobeerd heeft om te achterhalen wat er met [naam] is gebeurd na de betrapping of contact met hem te krijgen. Eisers algemene verklaring hiervoor (dat hij zijn telefoonnummer niet uit zijn hoofd wist) doet hier onvoldoende aan af.
Tussenconclusie over de gestelde problemen door homoseksuele gerichtheid
16. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de gestelde problemen door eisers homoseksuele gerichtheid ongeloofwaardig zijn.

Conclusie en gevolgen

17. De motivering van verweerder van de geloofwaardigheid van eisers homoseksuele gerichtheid (element 2) is niet op alle punten deugdelijk. Dat betekent al dat het bestreden besluit, waarbij eisers asielaanvraag is afgewezen, onvoldoende is gemotiveerd en dus niet in stand kan blijven. Verweerder heeft wel voldoende gemotiveerd dat eisers problemen door zijn homoseksuele gerichtheid ongeloofwaardig zijn (element 3).
18. De rechtbank kan en zal niet zelf in de zaak voorzien door een beslissing te nemen op de asielaanvraag van eiser. Het is namelijk aan verweerder om te beoordelen of (wel) van de geloofwaardigheid van eisers asielrelaas kan worden uitgegaan en wat dat zou betekenen voor zijn asielaanvraag. De rechtbank ziet vanwege proceseconomische redenen aanleiding een bestuurlijke lus toe te passen (artikel 8:51 van de Awb). Omdat de motivering daarvan niet geheel in stand kan blijven, zal verweerder opnieuw moeten beoordelen of de gestelde homoseksuele gerichtheid van eiser geloofwaardig is en daarbij in acht moeten nemen wat de rechtbank daarover heeft overwogen. Als verweerder eisers homoseksuele gerichtheid alsnog geloofwaardig vindt, zal verweerder vervolgens moeten motiveren in hoeverre de ongeloofwaardigheid van eisers gestelde problemen door zijn homoseksuele gerichtheid nog relevant is voor de beoordeling van eisers asielaanvraag. De rechtbank geeft verweerder hiervoor een termijn van zes weken na de verzending van deze tussenuitspraak.
19. Verweerder moet op grond van artikel 8:51b, eerste lid, van de Awb én om nodeloze vertraging te voorkomen zo spoedig mogelijk (maar uiterlijk binnen twee weken) meedelen aan de rechtbank of hij gebruik maakt van die gelegenheid. Als verweerder daarvan gebruik maakt, zal de rechtbank eiser de gelegenheid bieden binnen vier weken daar op te reageren. In beginsel zal de rechtbank daarna zonder een tweede zitting uitspraak doen op het beroep (artikel 8:57, tweede lid, van de Awb).
20. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat betekent ook dat zij over de proceskosten nu nog geen beslissing neemt.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen zes weken na de verzending van deze tussenuitspraak de geloofwaardigheid van eisers gestelde homoseksuele gerichtheid en daarmee eisers asielaanvraag opnieuw te beoordelen, met inachtneming van wat daarover in deze tussenuitspraak is overwogen;
- draagt verweerder op binnen twee weken de rechtbank mede te delen of hij gebruik maakt van deze gelegenheid;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze tussenuitspraak is gedaan door mr. P.H. Broier, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.J. Beckers, griffier.
De tussen uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 18 oktober 2024.
Informatie over hoger beroep
Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze tussenuitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000
2.Nader gehoor p. 13 en Aanvullend gehoor p. 7.
3.Aanvullend gehoor p. 10.
4.Pagina 39
5.Pagina 6