Uitspraak
Beschikking op het op 7 juli 2023 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoeker] en [verzoekster] ,
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
Procedure
Verzoek
Feiten
[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 te [geboorteplaats 1] .
15 september 2022 bij de ‘Superior Court of the State of California, County of San Diego’, VS, afgelegde ‘declaration of Brooke Frieman, M.D., in support of Application for Entry of a Judgment Establishing Parent-Child Relationship’.
(…)
Beoordeling
“legal and physical custody of any child delivered by Respondent [draagmoeder] after April 6, 2022, and before February 6, 2023 shall be with Petitioners [verzoekster] and [verzoeker] ”,een en ander in overeenstemming met de wetgeving van Californië, VS
.De rechtbank kwalificeert deze Amerikaanse beslissing als een ‘ontkenning van het moederschap’ van de draagmoeder en een vaststelling van het ouderschap van verzoekers met gezagsrechten. Hoewel de Nederlandse wet niet de ontkenning van het moederschap kent van de moeder, uit wie het kind geboren is (de ‘geboortemoeder’), kent de wet wel de mogelijkheid om de familierechtelijke betrekking met de geboortemoeder te beëindigen, namelijk langs de weg van adoptie. Het enkele feit dat een beslissing van een buitenlandse rechter niet overeenstemt met bepalingen uit het Nederlands recht, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van onverenigbaarheid met de openbare orde.
Kamerstukken II1995/96, 24649, nr. 3(hierna: MvT), blijkt dat de wetgever destijds, bij het bepalen van de term ‘moeder’ van het kind ook heeft stilgestaan bij de bijzondere wijzen van voortplanting. De MvT zegt daarover op pagina 7:
De moeder van het kind is de vrouw die het kind heeft gebaard, ook als het genetische materiaal waaruit het kind is ontstaan, niet van haar afkomstig is. Het gaat mij te ver om, nu er technische mogelijkheden tot embryodonatie zijn voor alle gevallen het vaste uitgangspunt ten aanzien van het moederschap te vervangen door een vermoeden van moederschap dat zonodig door de vrouw die het kind heeft gebaard of het kind en eventueel door de vader kan worden ontkracht. Het gegeven dat de vrouw op deze wijze een kind wilde krijgen, de zwangerschap en de geboorte vormen voor deze opvatting voldoende grondslag.” Er is destijds, dus al in 1995, door de wetgever nagedacht over een mogelijkheid om het vaste uitgangspunt dat de moeder van het kind altijd de vrouw is uit wie het kind geboren is, te verlaten. Daar is weliswaar vanaf gezien, maar het idee dat de moeder een ander kan zijn, was geaccepteerd.
De akte van inschrijving van een buiten Nederland opgemaakte akte van geboorte of van de rechterlijke beschikking, bedoeld in artikel 25f van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, vermeldt, voor zover deze aan het in te schrijven stuk kunnen worden ontleend, de in artikel 43 genoemde gegevens.”
de geslachtsnaam en de voornamen van de moeder uit wie het kind is geboren”, zoals in artikel 43 BBS wordt bepaald, op de akte van inschrijving van de Amerikaanse geboorteakte te vermelden.
In de artikelen 36 en 37 zijn de richtlijnen van de Aanbeveling met betrekking tot de indeling van de akten van geboorte, van huwelijk en overlijden opgenomen. Onderzocht is of het op praktische bezwaren zou stuiten om het model van de Aanbeveling eveneens te gebruiken voor de akten van inschrijving van buitenlandse akten van geboorte, van huwelijk en van overlijden. Gebleken is dat dit niet het geval is. Voorgesteld wordt dan ook in artikel 37 de richtlijnen voor de indeling mede van toepassing te doen zijn op die akten van inschrijving.”De ambtenaar leidt daaruit af dat dwingend is voorgeschreven om ook in de akte van inschrijving van een buitenlandse akte van geboorte, de geboortemoeder op te nemen. Dit zou volgens de ambtenaar voortvloeien uit de richtlijnen van de ‘Aanbeveling van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand inzake de harmonisatie van de akten’.