In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 februari 2024, is het beroep van eisers, bestaande uit vijf Syrische nationaliteiten, gegrond verklaard. Eisers hadden op 3 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op deze aanvraag. Na een ingebrekestelling op 7 november 2023 en het indienen van beroep op 1 december 2023, heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris de wettelijke beslistermijn van 90 dagen had overschreden. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, en dat de staatssecretaris binnen zestien weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moest nemen. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank stelde de verbeurde dwangsom voor eisers gezamenlijk vast op € 1.442,-, en veroordeelde de staatssecretaris in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 437,50. De uitspraak werd gedaan door rechter D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier M.J. Tijnagel, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.