ECLI:NL:RBDHA:2024:18143
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldregeling
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser I-Finance, omdat niet alle schuldeisers akkoord gingen met zijn schuldregeling. De heer [naam 1] heeft een schuldenlast van € 46.001,05 aan 35 schuldeisers en heeft een voorstel gedaan waarbij hij een deel van de vorderingen zou voldoen en het restant zou laten kwijtschelden. I-Finance, die een schuld van € 11.776,23 vertegenwoordigt, heeft echter geweigerd in te stemmen met het voorstel, omdat zij van mening is dat de heer [naam 1] niet het maximaal haalbare heeft aangeboden. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 oktober 2024, waarbij verschillende partijen aanwezig waren, waaronder de heer [naam 1] en vertegenwoordigers van I-Finance.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door de gemeente Den Haag, maar dat het voorstel van de heer [naam 1] niet het maximaal haalbare is. De rechtbank heeft ook de belangen van de betrokken partijen afgewogen en geconcludeerd dat de weigering van I-Finance om in te stemmen met de schuldregeling niet onredelijk is. De heer [naam 1] heeft de mogelijkheid om te werken en heeft in het verleden ook gewerkt, maar heeft ervoor gekozen om te studeren. De rechtbank oordeelt dat de belangen van I-Finance zwaarder wegen dan die van de heer [naam 1] en de overige schuldeisers, en wijst het verzoek tot oplegging van een dwangakkoord af. Tevens heeft de heer [naam 1] zijn verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) ingetrokken, nadat het verzoek tot dwangakkoord was afgewezen.