ECLI:NL:RBDHA:2024:18116

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
24/710
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering paspoortaanvraag op basis van Nederlanderschap en motiveringsbeginsel

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van de minister van Buitenlandse Zaken om haar paspoortaanvraag in behandeling te nemen. Eiseres, geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats], Turkije, heeft nooit het Nederlanderschap verkregen, omdat haar vader pas na haar geboorte het Nederlanderschap verwierf. De rechtbank behandelt de vraag of de weigering in strijd is met het motiverings-, zorgvuldigheids- en Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel. De rechtbank concludeert dat de minister terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, aangezien eiseres bij haar geboorte niet van rechtswege het Nederlanderschap heeft verkregen. De rechtbank oordeelt dat het beleid van de minister niet onredelijk is en dat de hardheidsclausule niet van toepassing is op paspoortaanvragen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/710

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres], uit , eiseres

(gemachtigde: mr. E. Ceylan),
en

de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder

(gemachtigde: mr. L.H.T. Geuzendam).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres de weigering de paspoortaanvraag van eiseres in behandeling te nemen.
1.1.
Verweerder heeft dit geweigerd met het besluit van 20 december 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 14 december 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij zijn standpunt gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 9 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar partner, de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. [eiseres] is op [geboortedag] 1997 geboren in [geboorteplaats], Turkije. Haar vader heeft op 2 augustus 1997 het Nederlanderschap verkregen. Haar moeder bezit de Turkse nationaliteit en heeft het Nederlanderschap nooit verkregen. Op 6 december 2022 vroeg eiseres een paspoort aan bij de Nederlandse ambassade in Istanbul, Turkije. Verweerder heeft de paspoortaanvraag niet in behandeling genomen. De reden hiervoor is dat verweerder vindt dat eiseres het Nederlanderschap nooit heeft verkregen. [1] Haar vader verkreeg namelijk na haar geboorte het Nederlanderschap. Ook is volgens het toen geldende recht een voorbehoud gemaakt ten aanzien van zijn minderjarige kinderen aan wie geen verblijf voor onbepaalde tijd in Nederland is toegestaan, waardoor eiseres niet deelde in de naturalisatie. [2] In deze zaak staat vast dat zij het Nederlanderschap niet door geboorte heeft verkregen, maar moet de vraag worden beantwoord of het buiten behandeling stellen van haar paspoortaanvraag in strijd is met het motiverings-, zorgvuldigheids- en Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.
Wat vindt eiseres in beroep?
3. Eiseres is van mening dat het gehanteerde toetsingskader te strikt is, het beleid van verweerder op dit punt kennelijk onredelijk is en in strijd is met het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. [3] Ook is het bestreden besluit op dit punt onvoldoende gemotiveerd, onzorgvuldig en onevenredig. Tot slot had volgens eiseres de hardheidsclausule [4] toegepast moeten worden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Het bezit van het Nederlanderschap is als vereiste gesteld voor het verstrekken van een Nederlands paspoort. [5] De wetgever hecht een groot belang aan het behoud van het vertrouwen in Nederlandse reisdocumenten, met name vanwege de onmisbare rol die deze documenten vervullen als een bewijs op het eerste gezicht van identiteit en nationaliteit. Het verstrekken van Nederlandse reisdocumenten aan personen van wie de nationaliteit niet boven alle twijfel is verheven, ondergraaft het vertrouwen in dergelijke reisdocumenten per definitie. In geval van twijfel ten aanzien van de nationaliteit van de aanvrager van een Nederlands reisdocument kan daarom niet tot verstrekking ervan worden overgegaan.
De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht de paspoortaanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Het staat vast dat eiseres bij haar geboorte niet van rechtswege het Nederlanderschap heeft verkregen en het Nederlanderschap dus nooit heeft gehad. Het beroep van eiseres op het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens leidt niet tot een ander oordeel. Dat beginsel en die jurisprudentie zien namelijk op het verlies van het Nederlanderschap (en het Unieburgerschap) en eiseres heeft het Nederlanderschap nooit verkregen. Aan geen enkele bepaling van het EVRM kan een recht op een bepaalde nationaliteit worden ontleend. [6] Het argument van eiseres dat het besluit in strijd is met het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel, doet hier ook niet aan af. De hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat het wel mogelijk is om in het geval van bijzondere omstandigheden langs de weg van naturalisatie het Nederlanderschap te verkrijgen door de werking van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, maar niet als het gaat om verkrijging van rechtswege. [7] Hier gaat het juist om verkrijging van rechtswege (door geboorte). Tot slot kan de rechtbank het argument van eiseres dat het beleid van verweerder te strikt en kennelijk onredelijk is niet volgen, omdat het hier niet gaat om beleid van verweerder maar om vereisten die volgen uit de Paspoortwet.
Had verweerder de hardheidsclausule moeten toepassen?
5. Voor toepassing van de hardheidsclausule was geen aanleiding. De hardheidsclausule uit artikel 10 van de RWN is namelijk niet van toepassing bij het aanvragen van een paspoort, maar bij naturalisatieverzoeken.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder terecht de paspoortaanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. E.J.C. Korbee, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 november 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie artikel 9 van de Paspoortwet.
2.Zie artikel 3, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), zoals dat luidde vanaf 1 januari 1986 tot 1 april 2023. En artikel 9, derde lid, van de RWN zoals dat luidde vanaf 1 januari 1985 tot 1 april 2003.
3.Eiseres verwijst naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 22 december 2020, ECLI:CE:ECHR:2020:1222 (
4.Uit artikel 10 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN).
5.Dit staat in artikel 9 van de Paspoortwet.
6.HR 25 mei 2014 (ECLI:NL:HR:2014:BV9435).
7.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 april 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1400.