Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 november 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel van bewaring was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 17 juni 2024 en is sindsdien voortgezet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 31 oktober 2024 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot 2 september 2024, de datum waarop de rechtbank eerder had geoordeeld. Eiser heeft aangevoerd dat de minister onvoldoende voortvarend handelt en dat er geen zicht is op uitzetting. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de minister sinds 2 september 2024 twee vertrekgesprekken heeft gevoerd en drie keer heeft gerappelleerd bij de Algerijnse autoriteiten, wat volgens de rechtbank voldoende voortvarend is.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn dat de Algerijnse autoriteiten de aanvraag voor een laissez-passer (lp) hebben afgewezen. Eiser heeft ook niet volledig meegewerkt aan zijn uitzetting, wat bijdraagt aan het gebrek aan zicht op uitzetting. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om te oordelen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.