Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Voorgeschiedenis en procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Faruk Medical City(FMC) niets vermeld over het bestaan van een afdeling psychiatrie. Verweerder moet daarom volgens eiser aantonen dat de noodzakelijke behandeling ook daadwerkelijk bestaat. Ook is er in het BMA-advies geen aandacht besteed aan een fysieke overdracht, terwijl dit volgens protocol en jurisprudentie wel moet in verband met de suïcidaliteit van eiser.
bij psychische decompensatie”. Er is geen sprake meer van 24-uurs toezicht op signalen van gevaar waarover het plan van aanpak van 6 augustus 2021 nog sprak. Nu medicatievoorziening gebeurt door middel van een baxterrol, is eiser ook daarvoor blijkens het meest recente plan van aanpak niet aangewezen op mantelzorg. Ook blijkt niet dat mantelzorg een essentieel onderdeel is van de huidige medische behandeling. Dit is relevant gelet op het BMA-protocol (onderdeel 3.1.2). Naar het oordeel van de rechtbank hoefde BMA daarom in het medisch advies niet in te gaan op mantelzorg. Van een onzorgvuldige wijze van totstandkoming van het BMA-advies is daarom geen sprake.
.
outpatient clinic.2 De website bevat onder meer de volgende tekst: "
Psychiatry clinic is for specialized psychiatric, mental health conditions and disorders. It has services for Geriatric, General Adult Psychiatric and mental health issues, Child and Adolescent conditions. Services involve both psychological and pharmacological approach and management as outpatient and inpatient setting”. Dat de informatie onjuist of onvolledig is, is niet aannemelijk gemaakt of anderszins gebleken. BMA heeft wel zelf vastgesteld dat er geen psychiatrisch verpleegkundige aanwezig is, maar dat met de aanwezigheid van psychiater, psycholoog en psychotherapie behandeling voor de aandoeningen van eiser aanwezig is. Er is geen informatie op grond waarvan moet worden geoordeeld dat deze conclusie niet houdbaar is, mede gelet op de bereikte stabiliteit
‘clear proof’te zijn. Dit betekent dat het aan de vreemdeling is om aannemelijk te maken wat de kosten van de behandeling zijn in het land van herkomst of land van terugkeer. Vervolgens is het aan de vreemdeling, als hij stelt dat de behandeling om financiële of andere redenen voor hem feitelijk niet toegankelijk is, om dat aannemelijk te maken. Als de vreemdeling aan deze bewijsmaatstaf heeft voldaan, dan is het aan verweerder om de twijfel over een mogelijke schending van artikel 3 van het EVRM weg te nemen.