ECLI:NL:RBDHA:2024:17770
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft mevrouw [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan haar schuldeiser [naam 2]. Mevrouw [naam 1] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 8.401,56, waarvan € 7.955,56 aan [naam 2]. Ondanks haar inspanningen om een saneringsakkoord aan te bieden, heeft [naam 2] geweigerd in te stemmen met het voorstel, dat een uitkering van 21,72% aan de schuldeisers omvat. Mevrouw [naam 1] heeft de rechtbank verzocht om het akkoord dwingend op te leggen, wat door de rechtbank is toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door de gemeente Den Haag en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. Bij de beoordeling van het verzoek heeft de rechtbank een belangenafweging gemaakt tussen de verzoekster, de weigerende schuldeiser en de schuldeisers die wel hebben ingestemd. De rechtbank concludeert dat het voorstel van mevrouw [naam 1] het maximaal haalbare is, gezien haar persoonlijke omstandigheden, waaronder een afstand tot de arbeidsmarkt en de zorg voor haar kind.
De rechtbank heeft ook overwogen dat het dwangakkoord voor alle schuldeisers een gunstiger resultaat oplevert dan de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De kosten van schuldbemiddeling zijn lager dan die van een bewindvoerder in een WSNP-traject, wat leidt tot een hogere uitkering voor de schuldeisers. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van mevrouw [naam 1] toegewezen en [naam 2] bevolen in te stemmen met de schuldregeling, terwijl het verzoek om toelating tot de WSNP is afgewezen.