3.5.De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
zij, op 9 juni 2023 te ’s-Gravenhage, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende over de weg, de Laan van Delfvliet, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig en onoplettend te handelen als volgt:
verdachte heeft
- al rijdend op voornoemde weg met een snelheid van 82 tot 88 kilometer per uur, in ieder geval met een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 70 kilometer per uur, de kruising tussen de Laan van Delfvliet en de oprit A4 genaderd,
- het ongeveer 5,2 seconden voor haar rijrichting bestemde rood uitstralende verkeerslicht genegeerd en
- vervolgens op de kruising geen voorrang verleend aan een van links genaderde motorfietser,
- waardoor verdachte met de door haar bestuurde personenauto tegen die motorfietser is gebotst,
waardoor een ander
,te weten [naam]
,zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- een botbreuk (open boekfractuur) van het bekken,
- een botbreuk in een rechter middenhandsbeentje,
- een botbreuk in de rechter ringvinger,
- letsel aan de linker knieband en
- weefselletsel aan de penis en de testikels,
werd toegebracht, terwijl zij, verdachte, dat voertuig heeft bestuurd na gebruik van alcoholische drank en verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, derde, lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
zij, op 9 juni 2023 te ’s-Gravenhage, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van haar adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 105 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan haar voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.